Wolff was bijvoorbeeld bekend dat hij fel anti-zionistisch was. Dat meerdere leden van de familie Prins geporteerd waren voor het Zionisme, blijkt uit het feit dat Rosa Prins, lerares Engels, nicht van bo vengenoemde, les gaf in het werkkamp in de Wieringermeer. Dit kamp was opgericht in de nieuwe polder toen de eerste vormen van Joden- haat-en vervolging in Duitsland waren begonnen. De jongelui in het werkkamp werden daar voorbereid op emigratie naar Palestina. Rosa Prins ontmoette daar een engelse journalist Herbert Cecil Tobin, af komstig uit Bath met wie ze op 26 oktober 1936 in het huwelijk trad. Ze verhuisde toen naar Bath. Vele joodse vluchtelingen kwamen na de gebeurtenissen in Duitsland naar ons land. Ook in Alkmaar woonden blijkens een gemeentelijke op gave in 1939 13 joodse vluchtelingen, te weten: de families M. Arons uit Emden en N. Katz uit Düsseldorf, de dames E.S. en H.S. Bodenhei- mer uit Neuwied, A. Jordan uit Keulen, Mevr.J. Gossels Schule uit Ber lijn en de weduwe M.M. Wassentrüdinger uit Neurenberg. 3 Het uitbreken van de oorlog Toen na de inval van Duitsland in Polen Europa opnieuw in oorlog kwam, geraakte ook Alkmaar in de ban van de mobilisatie. Er werd een garnizoen in de stad gelegerd. De luchtbescherming werd georganiseerd en een distributiedienst voor levensmiddelen opgezet. Aan dat alles na men de joodse medeburgers ook deel. Alleen voor hen had de oorlogs dreiging nog een extra dimensie, namelijk dat hun jood-zijn hen tot slachtoffer van de oorlog zou kunnen maken. Toen op 10 mei ons land door de Duitsers werd overvallen waren er velen uit de joodse gemeenschap, die zich onder de dreiging van wat er ook hier mogelijk met de Joden zou gebeuren, van het leven benamen. Ook onder de Alkmaarse joden waren er, die met die gedachte speel den. Abraham Drukker schreef hierover: "Zeer begrijpelijk was het daarom, dat ook wij ten einde raad waren en er, evenals dit bij honderden anderen het geval was, door geweld een einde aan ons leven wilden maken, maar in die eerste bange dagen hadden wij nog de zorg op ons van vier geëvacueerden uit Amersfoort, en wellicht is het ook deze zorg ge weest die ons het ergste nalieten te doen. Dat dit diepe ernst was bleek uit een mededeling van de vroegere hulp van de Drukkers mevr. Blomnresteyn-Schouten. Zij vertelde dat de fa milie Drukker inderdaad het voornemen had zich in het water van het Luttik Oudorp te verdrinken. Slechts een dringend beroep van vrienden kon hen daarvan weerhouden. Anderen probeerden ter elfder ure al dan niet met succes ons land te 49

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 47