'oorhangsels schenliefde alken gedreven, bij vele openlijke en bijzondere rampen, in den loop ment 70 le- van zijn langdurig leven, zoo lang zijne krachten dat toelieten, een aanzienlijk getal zijner medeburgeren het leven heeft gered, terivijl zijn moed en vaardigheid, Het had als overal bij de hand was, waar noodhulp vorderde. Een uitgebreid verhaal daarvan, In de jaren zoude de schijn eens Romanesque vertellinghebben en is ongeschikt voor eene ad vertentie. Zonder eenig aanzoek van zijne zijde, heeft de plaatselijke Regeering nken. Toen aan hem, die zich in omstandigheden bevond, nu voor ettelijke jaren, met toejui- ïilath Gesed ching van alle ingezetenen, een pensioen pro servitutis livibus toegelegd, waarvan rldiging be- alleen, hij tot zijn dood heeft geleefd. Eere zij zijne nagedachtenisse!" eer S. Prins /as geweest, op 6 januari /eren beker, 925 nam hij jng ten deel de Israëliti- rkonde ont- lff. 22. Prof. Hartog Jacob Hamburger end die ste- (1859-1924). in dit ver- 1772 had hij ozes en drie h liet lopen, dschapspen- /an ƒ.3,- tot de dag ge- zijn ingrij- was op een zijn knecht ing dreigde, moedig op- exel, die aan hij van deze kte de hoge /ember 1826 aren Salonion Een man bij igelooze men- De tweede markante persoon is Hartog Jacob Hamburger, die op 8 maart 1859 geboren werd te Alkmaar als zoon van Jacob David Hamburger en Rebecca Nias. De familie Hamburger had een antiekzaak aan de Ou degracht. Hartog Jacob be zocht de pas-opgerichte Rijks H.B.S. en deed eind examen in 1877. Gezien zijn grote intelligentie werd hij in staat gesteld te gaan studeren aan de Universiteit van Utrecht. Daar promoveer de hij in de chemie. Hij speciali seerde zich vervolgens als fysioloog. In 1888 werd hij benoemd tot docent aan de Veeartsenijschool te Utrecht en in 1901 tot hoogleraar aan de Universiteit te Groningen in de fysiologie en de weefselleer. Hij was lid van de Koninklijke Academie van wetenschappen en ontving in 1912 een eredoctoraat in Dundee.16 Hij overleed in 1924 en werd met veel eerbetoon begraven op de Noorderbegraafplaats te Groningen. Dus niet op de joodse begraafplaats. Zijn jood-zijn had voor hem blijkbaar de betekenis verloren, iets wat we gaandeweg meer aantreffen in het begin van de twintigste eeuw. Het gezin Hamburger bracht trouwens nog meer begaafde kinderen voort. Een jongere broer promoveerde tot doctor in de medicijnen aan de universiteit van Gent en werd arts te Voorthuizen. Als derde willen we noemen Abraham Aron Prins, zoon van Aron Abraham Prins en Roosje de Jonge, geboren 1866 te Alkmaar. Hij be- 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 39