ipril weer zes nenschen die te probeeren ■rtuigd waren ïtkomen. we niet meer acht door ge- :ht werd bin- :n zaklantaarn lotte alle zoo ril in de bos- :ht aaneen, zij :erheid, waar weest, onmo- f en reeds op ichuilpaats ei blijvers steed d en zoo hel n terwijl mijl jke lichtsigna ïoogte gesteld pension kwa t bij kennissen j had, en naar nden uit onze as en moesten ;ion, waar we :n hadden en als we zelt geweldig te- eer 4V2 maand en voorspelde wel wat groot was, doch er bleef ons geen keus over. Hoe dan ook weg moesten we, en niet wij alleen, doch eveneens de overige gasten, waarvan binnen een week nadat wij vertrokken waren allen het pension verlaten hadden en goed en wel op andere schuilplaat sen waren aangekomen. Dat dit zeer noodig was moge blijken uit het feit dat er op 27 April een overvalauto op het terrein verscheen bemand met negen politieambte naren om ons even te halen. Deze auto kwam in den ochtend 0111 half acht en de toen nog aanwezi gen sliepen in de tent vlak bij huis, doch geheel verscholen in de boom- en. Men kwam daaruit niet eerder te voorschijn dan nadat het afgesproken signaal was gegeven dat alles veilig was, en toen dit signaal dien ochtend uitbleef, kwam er niemand te voorschijn, en na verloop van tijd vertrok de auto weer met de mannen der politie waarbij o.m. ook waren die beide rechercheurs die ons reeds op 15 Maart bezocht hadden en zich toen hadden voorgedaan alsof dit goede Nederlanders waren. De rol van deze beide personen is wel zeer gemeen te noemen, want om eerst door het uitlokken iets aan de weet te komen en dan later mis bruik daarvan te maken is nog heel wat lager, dan dat men rechtsstreeks voor de waarheid durft uit te komen en tracht op te sporen die men zoekt. Nu echter deze "heeren" voor de tweede keer "constateerden" dat er "niemand" aanwezig was waren ze "overtuigd" dat er ook inderdaad niemand was die daar onrechtmatig verblijf hield. Weldra klonk het sein alles veilig en kwamen de gasten (nu nog vier personen) weer te voorschijn. Ook deze laatste gasten vertrokken daar ongehinderd vandaan en was hiermede deze periode afgeloopen. Intusschen waren wij op 23 April klaar voor de reis, en, ofschoon over vermoeid na alle doorgestane emoties, aanvaardden we de reis en wel nu vor de derde keer naar Amsterdam naar een der buurten van de ei- landenbuurt. Echter, men had ons vanuit het pension wel daarheen gestuurd, doch de menschen zelve wisten mets ervan dat wij daar op komst waren, zoodat het voor ons nog zeer de vraag was, of we wel of niet zouden worden aangenomen en dan stonden we weer in Amsterdam zonder onderko men.Ongeveer zeven uur 's avonds arriveerden we en de Vrouw des huizes, die de hoofdpersoon uit het gezin was, was niet aanwezig, en zoo zaten we te wachten tot ze wat later arriveerde. We hadden een brief bij ons van het pension en overhandigde we haar Él 117

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 115