Nu bevindt zich in het koor van de Grote Kerk te Alkmaar een geha
vende grafzerk, waarvan het randschrift nog te lezen valt:
"...leyt begraven dvarte roderiges duartc soone van diego duarte van
antw.
In het midden prijkt een wapen: gedeeld, links een rechtsklimmende
leeuw, rechts de helft van een op de lengte-as doorgesneden boom,
waarnaast zich een roos bevindt, waarboven er nog een gestaan schijnt
te hebben. In de begraafboeken staat aangetekend op 14 mei 1620: "een
Jode uit Antwerpen van luyden met het graff 70. (d.w.z. de aankoop
van het graf en het luiden van de klok) Deze Duarte Rodrigues was
een zoon van Diego Duarte en Leonora Rodrigues. Hij bleef onge
huwd. Hij woonde waarschijnlijk samen met zijn moeder, die op 12 fe
bruari 1632 stierf en ook begraven werd in de Grote Kerk. Zijn zuster
was gehuwd met de Franciscus Fernandes, die in 1613 de vestigingsver
gunning in Alkmaar aanvroeg.
Franciscus was een zoon van Duarte Ferdinand du Pas. De familie du
Paz was afkomstig uit Castilië en kwam via Frankrijk en Amsterdam
naar Alkmaar. Behalve Franciscus woonden hier nog twee zonen en een
dochter van Duarte Ferdinand du Pas, nl. Diego, Gaspar en Beatrice.
Dit blijkt uit de bewaard gebleven koopactes van hun huizen. Zo kocht
Duarte Ferdinand in 1613 een huis aan de Oudegracht.7 Diego en Gas
par woonden enige jaren in de Ridderstraat. Franciscus kocht in 1628
een huis aan de noordzijde van de Lange Nieuwesloot." Van deze eerste
joodse inwoners van Alkmaar weten we dat zij tot de gegoede bewoners
van de stad behoorden. Ze hadden personeel in dienst.
Beatrice vertoonde op een gegeven moment de neiging van haar voor
vaderlijk geloof af te vallen. Haar familie nam haar dat nogal kwalijk. Zij
deed daarover haar beklag bij het stadsbestuur. We vinden daarover:
"De heeren Sclwur en Burgemeesteren der stede Alcmaergehoirt, Beatrice du
Pas die verklaerd dat zij door inwendige treek en bewegig in consciëntie haer ge
voel des getrocken om de Joodtsche religie aff te gaen ende haer te begeven tot het
ware christelijk gelooff, zij daer over van Duarto Ferdinandus du Pas hare vader
mitsgaders van hare moeder en francisco fernandes hare broeder met grouwelijke
dreijgementen aen lijff ende leven werde gedreijcht zulex dat sij genootsaeckt was
van hare ouders ende vrunde te latisteren.
Gehoirt mede Duarto ende francisco, hebben de selve Duarto ende francisco
ende de zijnen bij deze wel scharpclijk geinterdiceert de voorn Beatrice niet langer
dreijgementen verder te intimideren oft andersints met woorden oft wereken te
misdoen ofte qualijck te bejegenen in eeniger manieren op correctie van de stadt.
Of Beatrice inderdaad van geloofsrichting is veranderd is niet bekend.
Op 16 februari 1646 werd er opnieuw iemand bijgezet in het graf in de
13