In 1692 werd door Matthaeus de Chronicon Egmundanum van Johannis
a Leydis uitgegeven. In caput LXXIX (bl. 170) treffen we een merkwaar
dig verhaal aan betreffende ene Henrik Westphalen, bode van de heer
van Egmond, die omstreeks 1445 een brief naar de abdij van Egmond
bracht en in een vechtpartij verwikkeld raakte. Het manuscript van de
Chronicon Egmundanum is in het bezit van Adriaen geweest en het
lijdt geen twijfel dat hij in de tekst heeft geknoeid. Deze passage komt
ook voor in de nederlandse vertaling, die door de Alkmaarse rectoren
Cornelis van Herck en Gerard Kempher werd vervaardigd en in 1732,
voorzien van een voorwoord van Simon Eikelenberg, door de Alkmaar-
se drukker Hoolwerf werd uitgegeven. Achter deze uitgave bevindt zich
het "Dagregister der geenen, die in de abdije van Egmond begraaven
zijn, of die dezelve eenige goederen besproken hebben". Van Wijn heeft
aangetoond dat dit dagregister een vertaling is van een bij Baldewinus de
Haga voorkomende tekst, getiteld Kalendarium eorum qui in ecclesia
monasterii Haecmundis sepulti sunt et eidem benefici fuere.5''1 Van Wijn
constateerde, dat de vertaling van Van Herck/Kempher soms meer en
soms minder geeft dan de oorspronkelijke tekst en vermoedde dat de
vermeerderingen het werk waren van Dirck Baens van Wijdenes, de
vervaardiger van de copie die door de vertalers was gebruikt. M.i. mo
gen we Baens vrijpleiten en de beschuldigende vinger richten op Adri
aen Westfalen, die ook dit handschrift in bezit heeft gehad. Voor wie de
snaak eenmaal in de gaten heeft ligt de vervalsing er wel erg dik op:
18 februari Stierf Adriaen Westphalen, monnik te Dordrecht, in 't
jaer....Hij was, gelijk men voorgeeft, een goed dichter.
14 maart Heinderik gezegt Westphalen, lekebroer, int jaer 1353, die
ons drie morgen lands gelegen in Wimmen gemaakt
heeft, en nabij de Noorder-Tooren in onze kerk begraven
is, omdat hij Raads-heer van onzen heer was.
15 oktober Gerard (Diderikszoon) Westfalen, pastoor in Egmond en
deken...in den jare 1437, die jaarlijks tien schellingen be
sproken heeft en aan de zuydzijde van de Buurkerk in Eg
mond onder een grooten zark begraaven is.
15 december Ada Westphalen, bagijn, die een vergulden beeker nevens
alle priesterlijke cieraaden, daar-en-boven noch tien schel
lingen jaarlijks geschonken heeft, in 'tjaar....
27 december Reymburg Westphalen, dochter van Henrik, weduwe van
Jacob van Boeckel, voor wie een land in Aremers-
wet...jaarlijks opbrengende zes ponden, gegeven is, in 't
jaar...
Enfin, Van Wijn heeft alle Westfalens, alsook de Banjaerts, Wiltschuts en
Boeckels eruit gegooid en deze als "toevoegingen met latere hand"
5