hilderde glas den kaarsen r ook bij de deurstukken e orgels van staat en min Maarten van iköping, dat toen nog in ussenin. Dat entrum van 'den in juni iet midden- net geopen de vraag of weg en de en prevelde jpelijke taal. t over ging, maar evenals de andere gelovigen waren zij niet actief betrokken bij de liturgie: ze keken toe. Als ze wel eens wegdroomden konden ze hoog in het gewelf van het koor de verbeelding van het Laatste Oordeel zien: links de hemel en rechts de gapende brandende muil van de hel, huive ringwekkend. Dirk en Katrijn hadden vóór 1550 natuurlijk al een en ander gemerkt van de hervorming. Er werd gesproken over Luther, Calvijn en de doopsgezinden. De boeken van Luther en andere hervormers werden overal gelezen. Bijvoorbeeld in de bibliotheek van de abdij van Egmond waren pamfletten en boeken tegen Luther aanwezig. Dan zal men toch ook wel eens iets van de hervormer zelf hebben gelezen. Dat zal op de Alkmaarse Latijnse School, waarmee vanuit Egmond intensief contact bestond, niet anders zijn geweest. Sommige lieden in Alkmaar bezaten boekjes van Luther, Calvijn en Zwingli, zoals de rector van de Jonge Hof, pater Maarten Formerius. Godsdienstig oproer is er vóór 1566 in Alkmaar eigenlijk niet geweest. Er waren natuurlijk - zoals ook elders in Holland - dopers. Vóór 1535 werd in Alkmaar al gepreekt door de bekende doperse voormannen, zo als Jan de Bakker en Jan Beukelszoon van Leiden. Na 1535 zijn verschil lende Alkmaarse dopers in en buiten Alkmaar terechtgesteld. De man nen werden onthoofd en de vrouwen verdronken in een wijnvat. Dat moet toch enige indruk hebben gemaakt in de kleine stadsgemeenschap. Het jaar 1559, het sterfjaar van Katrijn, is belangrijk in de Nederlandse geschiedenis: de koning, Philips II, die geen enkele afFiniteit had met de Nederlandse gewesten, besloot zich definitief in Spanje te vestigen. Hij benoemde zijn halfzus Margaretha van Parma tot landvoogdes. Zij hield verblijf in Brussel. Daar was voortaan het centrum van de macht. In de gewesten werden stadhouders (plaatsvervangers) benoemd: zo werd prins Willem van Oranje stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Ook de organisatie van de kerk werd aangepakt. Een nieuwe bisdom- menindeling kwam tot stand. Het bisdom Utrecht werd verheven tot aartsbisdom, met een vijftal afhankelijke bisdommen: Haarlem, Middel burg, Deventer, Groningen en Leeuwarden. In Mechelen zou voortaan de hoogste geestelijke van de Nederlanden, de kardinaal, zetelen en hij was een zetbaas van de koning. Zo was de nieuwe bisdommenindeling een van de effectieve maatregelen om het bestuur te centraliseren. Bo vendien kon zo ook de inquisitie beter worden aangepakt. Hebben de Alkmaarders dit kunnen volgen? Reken maar! Ze hebben natuurlijk geweten van het vertrek van de koning en de aanstelling van de stadhouder. Regelmatig togen immers leden van de vroedschap naar Den Haag. Bovendien zal de herziening van de belastingen ook in deAlkmaarse beurzen voelbaar zijn geweest. En voor wat betreft de nieuwe bisdommenindeling: aanvankelijk was Alkmaar zelfs in de run ning geweest als plaats voor de bisschopszetel. Uiteindelijk ging de bis— 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 19