wtiL - de paters alvorens te worden gehangen van hun neuzen, oren, tongen en andere lichaamsdelen werden beroofd. Ik zou dit kunnen vertellen, maar ik doe het niet. Waarom niet? Ik zou de indruk wekken dat ik was ver dwaald op een plechtigheid waar ik niet thuis hoorde. Ik zou een katho lieke kat in een protestants-christelijk pakhuis zijn. Hoewel dat onge twijfeld goed muizen eten is, zou het een rare indruk maken. Ik heb het dus nu niet over de Alkmaarse martelaren, want het zou de feestvreugde rondom Jan Arentsz maar bederven. Maar ook om andere redenen is 24 juni een bijzondere dag: het is het feest van de geboorte van Johannes de Doper, in wiens kapel we nu bijeen zijn. Sint Jan is de naamheilige van Jan Arentsz die ongetwijfeld nog in het oude, roonts-katholieke ge loof gedoopt is. En 24 juni is bovendien de eerste vesper van het feest van Sint Adalbert van Egmond. Zo heeft rector Spaans met veel gevoel een dag uitgekozen die stevig in de traditie van Alkmaar en omgeving verankerd ligt. Ik wil het vandaag niet over Sint Adalbert hebben, maar via hem kom ik wèl op mijn onderwerp. In Alkmaar is slechts één tastbaar spoor van de middeleeuwse verering van Sint Adalbert bewaard gebleven: in de Grote Kerk ligt in de middengang bij de preekstoel - nota bene naast de om gekeerde altaarsteen die tot 1572 in de rooms-katholieke eredienst in gebruik was - het graf van Katrijn Dirksd. Zij overleed op 25 juni 1559, morgen dus 433 jaar geleden, en op haar grafsteen werd gebeiteld dat dit gebeurde "op sintalberdem dach". Waarschijnlijk denkt nooit iemand meer aan Katrijn, wij vanmiddag wel. Zij was de vrouw van een van de kerkmeesters van de Grote Kerk, de schepen Dirk Reyersz. Dirk was al in 1550 gestorven. Katrijn overleefde hem negen jaar en stierf - blijkens de inscriptie van haar graf - nog in het oude geloof, waarin de verering van heiligen een belangrijke plaats innam. Ze stierf aan de vooravond van de Hollandse Reformatie. Zij heeft niet meer de echte manifestatie van de gereformeerde religie, zoals de hagepreken en de beeldenstormen meegemaakt, maar wel de opmaat daartoe. Daarbij wil ik nu stilstaan. Wat hebben een gelovige katholieke Alkmaarse man en vrouw, die res pectievelijk in 1550 en op 25 juni 1559 stierven, meegemaakt van de veranderingen in de kerk? Dirk Reyersz en zijn vrouw Katrijn hoorden bij de elite van de stad. Dat zij niet onbemiddeld waren blijkt in ieder geval uit hun chique graf steen. In de vier hoeken waren heel fraai de symbolen van de vier evan gelisten uitgehouwen: de engel, de leeuw, de stier en de adelaar. Ook bij hun leven zullen Dirk en Katrijn niet de minste plaatsen in de kerk heb ben gehad. De St. Laurenskerk was in 1550 nog zo goed als nieuw: het gebouw was dertig jaar tevoren opgeleverd. De kerk zag er heel anders uit dan wij haar nu kennen. De muren waren wit-gepleisterd, de gewel ven van de zijkapellen waren met fresco's van bloemen en heiligen versierd. Op hoogtijdagen werden de grote witte muren versierd met ta- 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 17