ide hij boe
zen hoe ne-
m. Een lati-
Jie zijn aan-
van Kolijns
n Alkemade
:onscriptum
hreven "ex-
grafie weten
uur te kun-
studie in de
beginnen.
/8 versche-
eeland ende
iven, aange-
it verhaal is
0. Voor zo
or het eerst
'en, getiteld
Cimbren of
ijkt niet uit-
1, zodat zijn
ras zijn oeu-
k was. Zeer
met elkaar
"ten, die aan
an Van Ou-
;chten ende
sest van dit
d van West-
arvoor deze
n Westpha-
aptreden? Is
leekebroer,
volgens Van
ijn en graaf
m hier heb-
'an Adriaen
am hadden,
de bekende
.antoonde.7'"
f, "timmer
man en fabriek" (aannemer/architect) te Schoonhoven. Hij huwde op 9
februari 1637 met Catharina, dochter van Reinier Reiniersz van Breen-
en. Cornelis wordt bij zijn huwelijk "jongman van Schoonhoven" ge
noemd, doch van zijn vader Maerten werd de afstamming niet gevon
den.77' De schoonmoeder van Adriaen Westfalen, Adriana Graven of de
Graeff geheten, liet op 23 januari 1615 huwelijksvoorwaarden maken ter
gelegenheid van haar ondertrouw met Reinier Coetenburg.™' Zij was
een dochter van wijlen Jan Jacobsz de Graeff en werd o.m. vergezeld
door haar neef Jacob de Graeff, oud-burgemeester van Amsterdam.
Laatstgenoemde is dezelfde als Jacob Dircksz de Graeff, heer van Zuid-
Polsbroek, zoon van Dirck Jansz de Graeff en kleinzoon van Jan Pietersz
de Graeff.79' De vader van Adriana was een zoon van Jacob Jansz de Gra
eff, die eveneens een zoon was van Jan Pietersz de Graeff.8"' Het begrip
"neef" werd dus nogal ruim genomen. Van het geslacht de Graeff zijn
enige takken rooms-katholiek gebleven en dus door Elias niet verder
uitgewerkt. Een familierelatie met Maerten de Graeff heb ik niet kun
nen aantonen.Ik vermeld deze gegevens dan ook volledigheidshalve.
Toen Reinier de Graef op 18 april 1702 een brief schreef aan Van Al
kemade betreffende de rijmkroniek van Klaas Kolijn, voegde hij er twee
banden bij met "rare (zeldzame) antiquiteiten", bevattende:
"Dat van de Goden in Duitschland handelt" zijnde een stuk van de
Saksenspiegel;
"De lofzangh Marie", geschreven 100 jaar na Christus;
Een stuk van Salomons Hooglied, voor 600 jaar door Merula gevonden;
De 19e psalm;
De x geboden in het oud-Fries;
Het Onze Vader in het oud-Gallisch;
Onzer Vrouwen Mis.
Het ligt m.i. voor de hand dat De Graef deze handschriften van een
derde had verkregen en ze -zoals ook Kluit veronderstelt- bijvoegde om
vertrouwen te wekken. Indien de beschrijving van deze handschriften
juist was, zou Van Alkemade een collectie van onschatbare waarde in
handen hebben gekregen. Uiteraard is de datering volstrekt onjuist en ik
moest meteen aan Westfalen denken, die blijkens zijn geschriften niet op
een paar eeuwen meer of minder keek. Tevens rijst het vermoeden dat
De Graef geen groot historicus was. Westfalen, die grossierde in oude
handschriften, zou dus zeer wel De Graef als tussenpersoon kunnen
hebben gebruikt. Echter, dit kan niet kloppen, want toen De Graef in
1702 de rijmkroniek en de handschriften aan Van Alkemade deed toe
komen, was Adriaen Westfalen al 7 jaar dood. Hij werd op 18 mei 1695
te Alkmaar begraven. Op dat tijdstip was Reinier de Graef 21 jaar oud
en ingeschreven als student te Leiden. In 1698, hij was toen ca 24, was
hij in het bezit van de rijmkroniek. Het lijkt mij niet aannemelijk dat
een jongeman van voor in de twintig over de historische kennis en de
13