in 1597 zijn weduwe wordt vermeld.261 Hij was de vader van ridder Frederick en, zoals we hebben gezien, gehuwd met Trijn Remmen (Rems, Remmets). Zij werd omstreeks 1558 geboren (volgens het Receuil op 25 november 1556), want in 1614 was zij 56 jaar oud.271 Vol gens het Receuil zou zij op 19 januari 1622 zijn overleden "door al te lange droefheit en subyte blijtscap int tuys komen van haer eenige soon Frederick."28' Over de wereldreiziger en ridder Frederick is weinig bekend. Hij heeft een handschrift nagelaten, waarin hij zijn reis naar het Heilige Land beschrijft.29'. Duidelijk is, dat zijn zoon Adriaen in het handschrift heeft geknoeid. Zo heeft hij in de titel "Memory van myn reyse die ick gedaen hebbe..." het woord "leste" ingevoegd, aldus de lezer voortover end dat Frederick meerdere reizen gemaakt zou hebben. Volgens zijn zoon zou Frederick in 1600-...? en van 1609-1614 en 1615-1621 op reis zijn geweest. Het reisverslag van Frederick is ongetwijfeld authen tiek. Het is een onopgesmukt verslag, waarin hij aanvankelijk alleen de plaatsen noemt die hij aandeed en waarbij het opvalt dat hij soms maan den op dezelfde plek bleef. Hoe hij aan de kost kwam of hoe hij zijn dagen doorbracht vermeldt hij niet. Het verslag wordt uitvoerig als hij het Heilige Land nadert en met name de paasplechtigheden heeft hij in extenso beschreven. Zijn tocht nu begon in 1615 en voerde naar Praag, waar hij 8 maanden bleef. Van daar naar Wenen, met een uitstapje naar Hongarije, dat grote indruk op hem maakte. "Wenste dat ick mijn mijdde (meisje) aldaer hadde, quam mijn leven in Hollant niet." Heimwee naar het vaderland had hij dus kennelijk niet. Eind oktober 1617 was hij terug in Wenen, waar hij de helewinter bleef. Omtrent zijn verheffing in 's rijks adelstand vertelt hij niets, zodat de mededeling van het Österreichisches Staatsarchiv, dat hij in de registers niet voorkomt, wel waar zal zijn. Na Pasen 1618 vertrok hij naar Venetië en Rome, waar hij 8 maanden bleef, en Napels, waar hij 7 maanden doorbracht. Ook bezocht hij Sicilië en Cyprus. In 1619 was hij in Aleppo, vanwaar hij met een groep pelgrims naar Jerusalem trok. Daar werden de gelovigen gedurende drie dagen en nachten in de H.Grafkerk "besloten" en vonden de plechtigheden plaats "na ouder gewoonte ende daer bliven tot Paesdach ende met devotie de heylige plaetsen besoeken, en om ridder te worden". Vermoedelijk is hij dus in de orde van het H.Graf opgenomen. Hoe dit in zijn werk ging vond ik vermeld in een artikel van Kolman.'0' Deze verhaalt dat reeds in de 15e eeuw regelmatig schepen met pel grims van Venetië naarjaffa voeren. In Jerusalem werden de pelgrims in

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1992 | | pagina 10