44 de restauratie werden in 1962 opnieuw uitgerold, in 1964 werd het werk gestart. Het nieuwe archief-depot was op 25 november 1965 klaar, de restauratie in 1966, waarna -zoals gezegd- de opening op 8 juli 1966 door de toenmalige algemene rijksarchivaris mr. L.H. Hardenberg kon plaatsvinden. Op 8 juli 1991 werd deze gebeurtenis bescheiden, maar feestelijk herdacht, tot ieders vreugde in aanwezigheid van de heer Wortel, die zelf slechts gedurende krap drie jaren in "zijn" gebouw aan de Oudegracht heeft inogen werken. Over de verhuizing laten we nogmaals Wortel zelf aan het woord: "Op 25 november (1965) begin met de verhuizing gemaakt. Enkele leden van de "Nederlandse Jeugdbond ter bestudering van de Geschiedenis" hebben tijdens hun vacantie medewerking verleend hij het overbrengen van de archieven. Het 18e eeuwse Foreestenhuis (Huize Oort), naast en verhonden met de nieuwbouw, waarin onder andere de kaart- en prentverzameling zal worden overgebracht en waarin de werkkamers van het archiefpersoneel zullen komen werd grondig gerestaureerd en zal voorjaar 1966 geleidelijk in gebruik worden genomen." Vierendertig ritten waren nodig voor de verhuizing van het gehele bestand. Slechts drie weken was het archief voor de bezoekers gesloten. Van de beschikbare 2400 strekkende meter planklengte waren er slechts 1350 gevuld. Naar ieders verwachting ruimschoots voldoende tot het jaar 2000. Leidde Wortel als een Mozes de archiefdienst naar het Beloofde Land van Huize Oort, W.A. Fasel was de "richter" die nieuwe wegen insloeg. Hij werd benoemd in 1968, zijn ervaring als streekarchivaris van Oisterwijk kwam hem hier goed van pas. Het begrip "streekarchief' was in het Hollandse nog maar nauwelijks bekend. Toetreding tot een streekarchief is voor kleine gemeenten echter een uitstekende mogelijkheid om de wettelijk voorgeschreven taak tot het beheer en openstelling van de archieven uit te voeren. Het is namelijk zo, dat het voor kleine gemeenten met een navenant beperkt financieel draagvlak een betrekkelijk zware opgave is zelfstandig een archiefdienst te stichten. Samenwerking met omliggende gemeenten ligt dan voor de hand. De huidige Archiefwet (van 1962, in werking in 1968) gaat echter primair uit van het gegeven dat iedere gemeente zelf een archiefdienst sticht. Het is tamelijk omslachtig om geheel volgens het systeem van de huidige wet een streekarchief tot stand te brengen. Fasel wist een oplossing te bedenken die weliswaar niet in de wet staat, maar daar wel uitstekend in past. Het zou te ver voeren hier alle détails te noemen, maar Fasels "Alkmaarse model" bleek uitstekend te voldoen. Sommige dogmatische collega's deden er schamper over, maar

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1991 | | pagina 46