terugkijken op het zeventigste jaar van zijn aanstelling als ambtenaar
van de gemeente Alkmaar. Hij werd in 1921 voor de eerste maal
benoemd, in 1938 als gemeentearchivaris. In zijn verslag over 1940
schreef hij:
"Nog steeds bezit Alkmaar geen brandvrij archiefdepót. De tegen
woordige bewaarplaats voldoet absoluut niet aan redelijke eischen van
veiligheid; noch het dak, noch het muurwerk zijn voldoende; de
grootendeels houten kasten en rekken, het houten tusschenschot, de
houten deuren en de groote op de binnenplaats van het stadhuis
uitziende ramen, zij leveren even zooveel gevaren op, indien van nabij
brand zou dreigen. Een ander bezwaar is hierin gelegen, dat tusschen de
leeszaal van het archief, waar de bezoekers komen om de stukken te
raadplegen, en het depót geen rechtstreekse verbinding bestaat. Om de
verlangde archivalia aan de bezoekers te kunnen voorleggen moet door
den ambtenaar, soms met een stapel zware folianten beladen, een veel
te groote weg, gedeeltelijk nog door de openlucht, worden afgelegd."
Pas in 1956 kwamen er plannen voor een goed geoutilleerd archief
gebouw buiten het stadhuis ter tafel. Het was toen al Huize Oort
Opening Huize Oort
als archief, v.l.n.r.
Mr. H. Harclenberg,
Algemeen
Rijksarchivaris
M.H.J. Wytema,
burgemeester van
AlkmaarTh.P.H.
Wortel, gemeente-
archivaris
waarop de blik gevestigd was. Echter wegens bezuinigingen, de bekende
"bestedingsbeperking" van 1957 kwam hier niets van terecht. Evenwel
kocht de gemeente in 1957 (overdracht in 1958) het gebouw van de
Diaconie van de Nederlands Hervormde Gemeente. Tot 1964 bleef het
verhuurd aan de Christelijke Kleuterschool. De bouwtekeningen voor
43