om te klagen over de slechte huisvesting van het archief. In zijn ogen moet de gemeentelijke zorg voor de archieven al heel wat voorgesteld hebben. Zijn opvolgster, mej. C.E.C. Rruining bekeek het wat zake lijker. Zij was van 1910 tot 1917 adjunct-archivaris geweest en was van 1917 tot 1922 gemeentearchivaris. Rij herhaling wees zij het gemeentebestuur op de gevaren waaraan de archieven waren blootgesteld. Vocht, spleten in de muren, lekkende goten, schimmel, houtworm, kortom het hele scala aan "schade-factoren" -zoals het in de literatuur heet- moest zij Rurgemeester en Wethouders onder de aandacht brengen. Zonder veel resultaat echter, want pas de verhuizing naar Huize Oort zou een wezenlijke verbetering in de toestand brengen. Die verhuizing lag toen echter nog ver in het verschiet. Haar ambtsopvolger N.J.E.M. Dresch (1922-1937) hoefde er niet aan te denken. De aanschaf in 1925 door de gemeente van het voormalig Hanze- gebouw naast het Stadhuis (Langestraat 93), het "Moriaanshoofd", bood enig soelaas. De begane grond was ingericht als openbare leeszaal, terwijl de etage als studiezaal en werkruimte voor het archief dienst deed. De archiefbewaar plaats bleef echter op dezelfde ongelukkige plaats. Het heste laten we Th.P.H. Wortel, de ambtsopvolger van Dresch, hierover aan het woord. Terzijde vermelden we dat Wortel nu mag Th.P.H. Wortel in 1921 Open als an Mr. F Algen Rijksa M.H. burge i Alkmi Worte archiv 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1991 | | pagina 44