dye burger- Je gescheurt, nochte gaen. uitengewone lijk compleet toeming van an die in de even van het ar geleidelijk tengoed veld ren. Dat kan s kan inzien, slist niet van naai" van de ken uit het nen. Slechts nemen in de ellen, dat de men heeft er geordend is, ie het archief ;er archieven beschikbaar kken die de leren van de t - naar een publiek ter belangrijke ciaal daartoe :n van deze lieven, maar reden in de irtouw en de :e een aantal land" op, die rvan getooid jeker is de faarop zij in in aan de archiefwetten is het aan de (koninklijke) "V.A.N." te danken, dat men bijvoorbeeld te Dordrecht op dezelfde wijze omgaat met archieven als te Alkmaar. Met de benoeming van de toen reeds 71-jarige Bruinvis gaf ook de gemeente Alkmaar er blijk van haar taak op het gebied van archiefzorg naar behoren te willen uitvoeren (iets waartoe nog steeds niet alle gemeenten en waterschappen tot op de dag van vandaag bereid zijn). Echter, het ging wel op een koopje, want Bruinvis werkte onbezoldigd en betaalde uit eigen zak meer dan de helft van het traktement van zijn adjunct H.E. van Gelder (in functie van 1900-1906). Over Bruinvis kunnen we één jaar na het verschijnen van "Gelukkig door werken" door Th. B. Roep kort zijn.81 Als archivaris betekende hij veel voor Alkmaar en zijn portret C.W. Bruinvis siert nog steeds in drie ver trekken van Huize Oort de muur. Zijn gouden bril en de versleten borstel waarmee hij de oude documenten van zand ontdeed (men droogde vroeger namelijk de inkt door er zand over te strooien, met als gevolg dat het zand vaak nog tussen de papieren zit) zijn de "kroonjuwelen" van de Alkmaarse archivarissen. Alleen al door zijn schenking van de door zijn vader aangelegde collectie prenten, tekeningen, kaarten en foto's, zal de gemeente Alkmaar hem dank verschuldigd blijven. Nog altijd vormt dit geschenk de meest waardevolle kern van de "prentenverzameling".9' Bruinvis werd in 1909 tevens benoemd tot directeur van het in 1873 tot stand gebrachte Stedelijk Museum. Hierdoor ontstond een dubbelfunctie die tot 1966 in stand zou blijven. Het beheer van de Stadslibrije was eveneens aan Bruinvis opgedragen. Deze schitterende collectie van vaak uiterst zeldzame boeken wordt nog steeds door de archiefdienst beheerd. Het archief was sinds 1895 opgeborgen "ter plaatse van de vertrekken, vroeger in gebruik bij de arrondissementsrechtbank". Dit deel van het stadhuis -tussen het museum en de secretarie- was in 1890 door brand getroffen, waarbij de archieven van de genoemde rechtbank verloren waren gegaan. In 1909 mocht Bruinvis bij zijn 80ste verjaardag een speciaal voor hem ingericht stijlkamer als werkkamer in gebruik nemen. Van deze "Bruinviskamer" heeft hij echter uit bescheidenheid nooit gebruik willen maken. Boven deze kamer vonden de bibliotheek en de prentenverzameling onderdak. Bruinvis was er de man niet naar 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1991 | | pagina 43