slaapkamers aan de tuinkant, waarvan er één de slaapkamer was van Martine Beumer, de huisdame van tante Ie. Aan de linkerkant had je aan de grachtzijde haar eigen slaapkamer en aan het einde van de gang boven de zaal was nog een slaapkamer. Een badkamer was er niet. Op de bovenste verdieping waren twee grote zolders.61 De tuin was niet zo diep en kwam uit op de later gedempte Baansloot. De schutting was heel bijzonder: hij bestond uit grote ovale hogen, crème geschilderd, met grof gaas bespannen, zodat men er door heen kon kijken. Vrij kort na 1851 zijn deze bogen aangebracht opdat men vanuit het huis een vrij uitzicht had op de weilanden, die zich toen nog uitstrekten achter de singels. Bij helder weer kon men zelfs de Nijenhurg zien liggen. Pas later (rond 1880) werden de huizen aan het Kennemerpark gebouwd, zodat het uitzicht verloren ging. Aan de N.O. kant van het huis aan de gracht was nog een groot vertrek met altijd dichte blinden, door een deur met de zaal verbonden. Dit was het vroegere catechesatielokaal. Aan de Z.W. kant was oorspronkelijk een stal voor rijtuig en paard. Het tuinhek Nummerbord met kamerschellen 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1991 | | pagina 38