Plafond tuinkamer
Buste van man met
5. Het plafond van de tuinkamer
De tuinkamer van Oudegracht 247 heeft een rechthoekige plattegrond
met afgeschuinde hoeken. Zulk soort zalen werden in de eerste helft
van de 18e eeuw regelmatig aangelegd. Een type plafond, dat toen
vooral in representatieve ruimtes werd toegepast, was het koofplafond.
Zo'n koofplafond bestaat uit een
vlak middengedeelte met rond
om een koof. Ook de tuinkamer
van Oudegracht 247 heeft een
dergelijk plafond. Zowel de koof,
als het vlakke middengedeelte
zijn vata stucwerk voorzien. De
koof vertoont forse schelp
motieven tegen de vier afge
schuinde hoeken. Daarboven is
een bescheiden handvlechtwerk
te zien. Tegen de rechte zijden
van de koof zijn vier hrede
piëdestals of voetstukken aan
gebracht. Deze hehhen in-
gezwenkte zijkanten, waartegen
een krullend acanthusblad is
gezet en die eindigen in een
klein voluut. De middengedeelten van de vier piëdestals springen iets
naar voren. Ook deze middengedeelten hebben ingezwenkte zijkanten
voorzien van een acanthusblad en eindigend in een voluut. Aan de
lange zijden zijn de vooruitspringende middengedeeltes versierd met
een ruitpatroon met bloempjes, aan de korte zijden met een patroon
van schubben.
Alle vier de piëdestals hebben in
het midden een ovaal medaillon,
waarboven men een grillig
schildvormig motief aantreft, dat
boven de piëdestals uitsteekt. In
de medaillons ziet men kleine
bustes van twee mannen en twee
vrouwen. Ieder draagt een
andere hoofdtooi. Het gaat niet
om portretten, maar om sym
bolische voorstellingen van de
vier seizoenen. Heel toepasselijk
27
