brengen van een
r bekend- in het
ivelijks toegepast,
ucwerk van kleur
ucwerk in zwang,
van kleur.
tewerk, namelijk
1 beide stucwerk-
n. Steeds terug-
■en zijn de forse
krullen, ook wel
id, de gestileerde
:n en schelpmo-
ken, gevuld met
aarin bloempjes)
jbben. Al deze
;enmerkend voor
KlV-stijl. Karak-
sze stijl is ook de
opzet van het
crijk afkomstige
srste helft van de
ng van de nieuwe
irot (1661-1752),
1702 uitgaf."
die in deze stijl
j pilastervormige
:e zuilen). Na ca.
venen de strakke
van Oudegracht
itijl.
van de bezoekers
?rde schoorsteen
van de opdracht-
ngrijkste tafereel.
Tuinl<amer.
De schoorsteen-
boezem is nog
omtimmerd.
Overigens is dit jarenlang
weggetimmerd geweest. Bij de
restauratie van 1966 kwam dit
prachtige stucwerk te voorschijn.
Het was toen niet "wit" zoals nu,
maar bont gekleurd. Vermoede
lijk is deze polychromie in de
19e eeuw aangebracht.
Het hoofdmotief van het stuc
werk wordt gevormd door een
zittende vrouw gekleed in een
lang antiek gewaad met een
borstkuras. Zij is afgebeeld onder
een baldakijn, waarvan de gor
dijnen links en rechts worden
opgehouden door een zwevende
putto (een geheel of nagenoeg
naakt kinderfiguurtje). Achter
haar hoofd een schelpvormige nis. Met haar rechterhand houdt de
vrouw een lauriertak vast bij wijze van scepter, met haar linker een
hoorn des overvloeds, waaruit kostbaarheden vallen. Vanachter de
vrouw ziet men nog juist zowel aan de linkerkant als aan de rechterkant
een naakt kindje tevoorschijn komen. Het geheel wordt links en rechts
omgeven door een ingezwenkte omlijsting, die aan de onderzijde
eindigt in een grote voluut en die rust op een fors piëdestal, waarin een
spiegel opgenomen is. Zowel de piëdestal als de spiegel zijn voorzien
van ingezwenkte zijkanten. Terwijl het piëdestal aan de bovenzijde een
rechte beëindiging heeft, is de spiegel aan de bovenzijde voorzien van
een toog die de rechte beëindiging van de piëdestal doorbreekt. Het
aanbrengen van spiegels tegen schoorsteenboezems kwam in de hele
18de eeuw veel voor. In de eerste helft van de 18de eeuw waren de
afmetingen van die spiegels heel bescheiden. Overigens is in
Oudegracht 247 het originele spiegelglas sinds lang verdwenen. Het
huidige werd aangebracht bij de restauratie van 1966.
Wie was nu de vrouw, die met een lauriertak als scepter in de
rechterhand en een hoorn des overvloeds in de linkerhand werd
afgebeeld op het piëdestal van de spiegel? Er is geen sprake van een
portret. Daarvoor is de weergave van het gelaat te geïdealiseerd en te
onpersoonlijk. Maar men ziet soortgelijke vrouwen veelvuldig in
allegorische voorstellingen. Ook hier is daar sprake van. De vrouw met
lauriertak en de overvloedshoorn is de personificatie van de
"Grootmoedigheid", aldus kan men lezen in het door onze voorouders
25