voorwerp aangetroffen. Pas toen bleek het om een voorwerp te gaan
dat in de geneeskunde werd toegepast. Het is een buikwarmer, een
voorloper of variant van de warmwaterkruik.
Het in de literatuur afgebeelde exemplaar heeft net als een "moderne"
kruik een warmwaterreservoir. Het in Alkmaar gevonden exemplaar
heeft dit echter niet. Wellicht rijst bij u dan meteen de vraag: hoe kan
een kruik zonder warm water toch warmte afgeven?
Het antwoord op deze vraag is vrij eenvoudig. Steen is een goede isola
tor; dit wil zeggen dat het slecht warmte geleidt. Als we een steen
gedurende een lange tijd in de warmte leggen, hijvoorbeeld in warm
water, duurt het door deze isolerende eigenschap vrij lang voordat de
steen "door en door" warm is. Halen we nu de steen uit het water dan
zorgt dezelfde eigenschap ervoor dat het een hele tijd duurt voordat de
steen zijn warmte aan de omgeving heeft afgestaan, (vergelijkbaar met
stenen in de sauna, in de keuken en stenen als bedverwarming).
De in Alkmaar gevonden buikwarmer moest dus van tevoren goed lang
in warm water worden gelegd. Hierna werd het op de pijnlijke buik van
de patiënt gelegd en met touwtjes rond het lichaam vastgebonden om
het op de plaats te houden.
Voor hoelang de buikwarmer een behaaglijk gevoel van warmte afgeeft
is ons niet bekend, maar het lijkt mij dat de steen vrij snel afkoelt,
waarna het snel het tegenovergestelde effekt teweeg zal brengen, nml.
dat de afgekoelde steen warmte uit het zieke lichaam zal onttrekken.
Aangezien dit nooit de bedoeling kan zijn zal de buikwarmer regelma
tig van de patiënt moeten worden afgehaald om weer te worden opge
warmd in het warme water. Bovendien mag dit water niet te heet zijn
om brandwonden te voorkomen.
Het blijkt dus een vrij intensieve behandelmethode te zijn geweest.
Wellicht dat om deze reden ook zo weinig exemplaren van dit type
buikwarmers zijn gevonden. Ook is onduidelijk of een voorwerp als een
buikwarmer tot de uitrusting van een geneesheer behoorde of dat het
door de bewoners van het huis zelf is aangekocht.
Een technisch detail is dat het volledig geglazuurd zijn van het voor
werp niet alleen tot doel had een glad oppervlak voor de (blote?) buik
te hebben, maar ook om er voor te zorgen dat zo min mogelijk warmte
aan de omgeving wordt afgegeven. Een glad oppervlak koelt immers
minder snel af dan een ruw voorwerp van hetzelfde materiaal (kleiner
specifiek oppervlak).
23