Limburg, Brabant, Vlaanderen, Thiiringen, Noord-Holland (Heiloo!
Velsen!), Walcheren en Denemarken. Ik moet bekennen dat mij toen
reeds de twijfel bekroop, aangezien ik mij niet kon voorstellen dat deze
middeleeuwer een missiegebied had, dat groter was dan het territorium
dat een moderne missionaris per motorprauw of terreinwagen pleegt te
bereizen. Zelfs als de bekering der heidenen zich in ijltempo voltrok en
de heilige een ongeëvenaarde vaardigheid aan de dag legde in het
omkappen van heilige eiken en het verbrijzelen van afgodsbeelden,
dan nog moet hij zich bliksemsgewijs door deze streken hebben bewo
gen. Tevens vond ik de bisschopszetel en de abdij wel erg ver uit elkaar
liggen, maar het was de officiële geschiedopvatting, dus toe maar.
Sedert enige jaren ligt er echter het boek Holle Boomstammen van
collega-archivaris A. Delahaye, waarin deze beweert dat St. Willibord
nooit deze streken heeft bezocht, doch arbeidde in Noord-Frankrijk en
Vlaanderen z>. Het is niet mijn bedoeling een exposé te geven van zijn
bewijsvoering, aangezien de materie te complex is om in een paar regels
af te doen. Voor het onderhavige onderzoek lijkt mij voldoende dat
Delahaye beweert, dat St. Willibrord zijn bisschopszetel had te Traiec-
tum (Tournehem) en zijn abdij in het enige kilometers verder gelegen
Epternacum (Eperlecques). Onder dreiging van de Noormannen is de
abdij in 857 verplaats naar Luxemburg (waar de naam werd verduitst
tot Echternach), terwijl het bisdom Traiectum in 917 voor het laatst
wordt vermeld. Een goede 50 jaar later verschijnt dan het bisdom
Utrecht, dat eveneens Traiectum werd genoemd. De Willibrordver-
ering is volgens Delahaye in het bisdom Utrecht eerst in de 12e eeuw
ingevoerd, of liever, aangepraat door de abdij van Echternach. Het was
ook de abt van Echternach, die in 1301 relieken van St. Willibrord aan
Utrecht schonk; relieken, die volgens de deskundigen niet uit de 8e
eeuw stammen, maar uit de 12e eeuw, ergo ze zijn vals.
Het waren trouwens niet de enige vervalsingen, welke uit de abdij van
Echternach tot ons zijn gekomen. Deze abdij probeerde namelijk de
kerken en goederen uit de nalatenschap van St. Willibrord in handen
te krijgen, te weten met gebruikmaking van valse oorkonden. Aange
zien echter te Echternach het kloosterleven meer dan een eeuw onder
broken is geweest, was de kennis van de juiste ligging der eigendom
men verloren gegaan en richtte men het oog op de verkeerde streek.
Ergo, de abdij van Echternach zou plaatsen in Nederland, waarvan de
naam overeenkomst vertoonden met die in de oude goederenlijsten,
brutaalweg hebben opgeëist. Zo ook Heiloo. In de goederenlijst van
het oude bisdom Traiectum komt een Hlegilo voor, dat volgens de
13