groeiende bevolking.
Vroeg in de 17e eeuw begon het stadsbestuur met de aanleg van een
stadsplantage, De Houten, buiten de Kennemerpoort aan de weg naar
Heiloo (Kennemerstraatweg), waar, op de zandige gronden al vanouds
wat wegen liepen langs weiden en tuinderijen. Dit parkcomplex was
voor de stadsbewoners een belangrijk recreatiegebied en het werd eind
19e eeuw voltooid met de aanleg van de Geesterhout aan de westzijde
van de stad (richting Bergen).
In de 19e eeuw kreeg Alkmaar langzamerhand een heel ander aanzien
door de aanleg van het Groot Noord-Hollandskanaal (1819-1824).
Ook de aanleg van de spoorbaan en het station, in 1864 (dat eenzaam
tussen de landerijen kwam te staan), de slechting van de stadswallen
die als verdedigingswerken hadden af gedaan en deels in plantsoen
werden omgezet zorgden voor een verandering. Voorts werden alle
stadspoorten vóór 1868 gesloopt. Ondertussen groeide het Alkmaars
inwonerstal van ca. 8000 in 1800 tot bijna 19.000 rond 1900. Deze
bevolkingstoename in de 2e helft van de 19e eeuw maakte stadsuit
breidingen huiten de singels noodzakelijk.
Voor de heter gesitueerden werden veel huizen gebouwd in de omge
ving van de Houten, langs de Kennemerstraatweg en de Singels. Het is
voornamelijk gelegenheidsbouw, uitbreiding stukje-bij beetje, die veelal
ontstond uit partikulier initiatief, waarbij de gemeente een oogje in het
zeil hield en af en toe regelend optrad. Van breed overwogen en opge
zette plannen was nog geen sprake.
De bouw van de Cadettenschool, thans ziekenhuis, in 1893, heeft het
ontstaan van de Metiusgracht en de daaraan gebouwde huizen voor
officieren en leraren tot gevolg. Maar ook de "gewone man" zoekt
graag de omgeving van het Westerhoutkwartier op. Al snel verrijzen
eenvoudige woningen aan de Lindenlaan, Ropjeskuil, Liefde- en
Akerslaan. Verder breidde de stad zich omstreeks de eeuwwisseling uit
met de spoorhuurt, het Emmakwartier en het Nassaukwartier.
Op 30 augustus 1871 besloot de Alkmaarse gemeenteraad de Zuid
westersingel, voor het gedeelte tussen de brug over de Hoevervaart en
de Kennemerstraatweg, om te dopen in Kennemersingel. De Wester
singel werd Geestersingel en omvatte het gedeelte tussen de brug over
de Hoevervaart en de weg naar Den Helder.
In 1890 kreeg de Kennemersingel een smalle klinkerbestrating (1 meter
breed) om de voetgangers en de enkele wielrijder enig gerief te bezor
gen. De tuinhuisjes en koepels aan de Singels zijn dan al haast allemaal
vervangen door woonhuizen en (boeren)bedrijven.
8