tenslotte ook de leverancier van bier en andere goederen aan "zijn"
weeshuis en provenhuis. Tijdens zijn begrafenis liep Alkmaar uit, en ze
ker alle weeskinderen, die zoveel aan hem te danken hadden, bijvoor
beeld de nieuwbouw van het weeshuis in 1811.
Ook aan de nieuwbouw van de Dominicus-kerk heeft hij meegewerkt
via donaties van geld en schilderijen.
Na Kaspar's dood verkocht zijn zoon Coenraad Melchior zijn helft in de
brouwerij aan broer Jan Christiaan, die de brouwerij voortzette, maar al
jong stierf, in 1841- Coenraad Melchior had zich als landman in
Stompetoren in de Schermer teruggetrokken. De weduwe Witte,
Veronica Oudhoff, erfde zodoende de hele brouwerij. Toen moet er ru
zie zijn geweest, want tegen Kaspar's uitdrukkelijke wens uit zijn testa
ment verkocht zij de brouwerij voor 20.000,- aan haar meester-kuiper
Johannes Jacobus Wahlen,
die ook haar schoonvader
werd. Van dat pand is nog
maar een deel hewaard ge
bleven: het houten beeld
van vrouwe Fortuna, dat
schaars gekleed boven de
vooringang weer en wind
trotseerde, en een gevel
steen met bierton en ini
tialen JCW 1806.
Coenraad Melchior begon
vervolgens in 1846 een
nieuwe brouwerij in Alk
maar aan de Bierkade 8,
den Burg. Dat kon ook
toen alleen maar na een
uitgebreide inspraakproce
dure via de rechtbank,
waarvan de stukken ook
in het hoek zijn terug te
vinden. Deze brouwerij
draaide tot 1926. Jan
Witte jr. heeft er in zijn
jeugd nog als knecht gewerkt en dreef er later een van Alkmaar's eerste
garages, waar snelle automobielen werden verkocht. Later verkocht hij
het pand aan de gemeente, die het sloopte met uitzondering van de
voorgevel en er de Dienst Bouwzaken vestigde. Enkele fraaie restanten
19