2. Apotheker
7
een ijzeren winder met bindtouw. Kwajongens beleefden 's avonds dolle
pret door een onbevolkte winkel binnen te gaan, het neerhangende
touwtje te grijpen en daarmee de straat op te hollen, zover als de touw
voorraad op de ratelende winder toeliet. En dan uitkijken voor één van
de vier dienders met hun stok! Met mooi weer was het
's avonds echt gezellig op de stoepbanken onder de luifels. Men praatte
over koetjes en kalfjes of zong een liedje. Ook bij regen was het goed
toeven onder de luifels 6). De jongens konden ook gniffelen om oude
Andries Schoor (ca. 1767-1841), als hij voorbij stapte. Hij was de laat
ste "staartdrager van Alkmaar, hij had n.1. een vlecht met een strikje.
Vroeger was Andries apotheker geweest, commies-archivist en waag-
nreester en een reuze grappen maker. Buitenlanders zagen Alkmaar in
1837 als een stadsie "met spitse gotische gevels en byzantijnse orna
menten en voluten." De huizen werden tot hun verbazing van top tot
teen schoon gemaakt: gevels, vensters tot straatstenen toe. In 1822
liepen de vrouwen zelfs nog het meest in het wit met een kap. Zeer
opvallend waren de meisjes, die men zo gekapt "aan de vensters en in
de sjezen zag zitten".7)
Cornelis Willem kreeg belangstelling voor munten door P. van Orden,
oud-burgemeester van Zaandam (overleden 1854). Van Orden, een
bekende numismaat, was op latere leeftijd blind geworden en de jonge
Cornelis Willem logeerde elk jaar enkele weken bij hem.
Bruinvis ontwikkelde zijn tekentalent door les te nemen bij de toen
bekende, jong overleden Alkmaarse schilder Pieter Plas (1810-1853).
Hij kreeg vijf jaar les van hem. 81 Na zijn schooltijd kwam hij op het
notariskantoor van zijn oom S.A. de Lange, maar zijn belangstelling
ging meer uit naar de bouwkunde, vooral door de boeken van zijn
vader. In 1846, op 17 jarige leeftijd kreeg hij een aanstelling als bouw
kundig tekenaar bij de indijking van de Waard Nieuwland op Wie-
ringen. In een bootje moest hij o.m. peilingen op zee doen tussen
Wieringen en Kolhorn.
Na afloop van deze bezigheden was er werk aan de winkel in de apo
theek van vader Bruinvis, die door een kwetsuur zijn rechterhand niet
kon gebruiken en juist zonder bediende zat. Zonder veel animo maar
terwille van het ouderlijk gezin, liet Cornelis Willem zich inschrijven
aan de toen ouderwetse geneeskundige school te Alkmaar. Een van zijn
leraren werd apotheker Hendrik Toussaint (1785-1859), vader van de
schrijfster Truitje Bosboom Toussaint. Zijn geringe animo bleek onder-