cultuur en geschiedenis vroeg gewekt werd. Een bewijs daarvan is één
van z'n eerste tekeningen uit 1841 in de Gemeeentelijke prentverza
meling 5). Hij was toen nog maar een jongen vantwaalf jaar.
Als jongen had hij een gewone jeugd in Alkmaar. We horen hem "naar
de echo" roepen over het water van het Zeglis die weerkaatste tegen de
huizen; zien hem langs de winkels slenteren en met zijn vriendjes kat-
tekwaad uithalen. De winkels hadden toen nog kleine ruitjes, soms met
groen glas en luifels aan de gevels. Binnen hij het straatraam zag je een
houten portiekje met een lei of spiegeltje en een aantekenboek. Verder
zag je overal planken vol met koopwaar. Buiten aan de luifels hingen
luiken met rollen textiel of bij de grutters tobbetjes met erwten en
bonen etc. Goud- en zilverkashouders, bakkers, blikslagers, borstel- en
schoenmakers, ieder toonde zijn eigen waren. Melkventers liepen nog
rond met een juk met open emmers melk op hun schouders,
's Avonds waren de meeste winkels donker met de luiken gesloten.
Alleen hier en daar brandde een enkele ballonlamp of vaker een kaars
op een kandelaar of een tuit lampje. In de winkels van de kruideniers
hing van de zoldering af, een haak met twee weegschalen en daarnaast
Voor extract conform,
Afgegoren den 187^
Dr Jmblrraar m in Bkrftrlykn
Stoei U ittwur.
Uittreksel uit het
geboorteregister van
Alkmaar
Ooien door one Prtmdent der Arm
der hendteekenmg ru den Beer
6