9. Archivariaat Toen ik in 1899 myn 70 ste geboortedag naderde besloot ik my niet weder tot candidaat voor den gemeenteraad te stellen en dus ook van myn wethouderschap af te zien. Ik had daarby het voorbeeld op het oog, my in myne jongelingschap gegeven door myn bejaarden en zeer door my vereerden vriend, de numismaat Gerrit van Orden te Zaandam, die op 70 jarigen leeftijd het burgemeesterschap zyner woon plaats had neergelegd. Ik meende de enkele levensjaren, die my misschien nog gegeven zouden worden, te wyden aan het archief onzer gemeente, waarvan ik by herhaalde historische onderzoekingen het zeer onvolledige der beschryving van Dr. P. Scheltema had leeren kennen. Ik verzocht alzoo de 2 voornaamste kiesvereenigingen de libe rale en de roomsch catholieke, schriftelyk my niet weder tot candidaat te stellen en deelde myn voornemen mede aan den bejaarden burge meester dien ik in de laatste meermalen had moeten vervangen. ZEd. had veel bezwaar tegen myn plan, doch tevergeefs. De beide kiesveree nigingen hadden my inmiddels toch weder genomineerd en den voor zitter der liberale kwam my persoonlyk tot berusting hiermede aanspo ren. Aangezien ik niet tehuis was, vernam hy van myn vrouw dat ik wel niet van plan zou veranderen. Voormalige Bminviskamer in het Stadhuis, circa 1930. 72

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 74