3. Vader van Orden
Later heb ik eens in het Natuur- en Letterkundig genootschap eene
voordracht gehouden over de meeste, om strategische redenen, door
den Prefect Haussman tijdens Napoleon III tot stand gebrachte veran
deringen waartoe ik op eene groote kaart, alle voor den aanleg of ter
verbreeding van boulevards en straten, afgebroken gebouwen had zwart
gemaakt.
Sedert heb ik mij nog wel ingelaten met hetgeen in Parijs is gebeurd
maar toen mij tijd en middelen ten dienste stonden om eens over de
grenzen te kijken, trok mijn hart niet naar de "ville lumière" waarvan
ik misschien te veel wist maar naar de bergstreken.
Den man dien ik na mijn vader het meest heb liefgehad en de meeste
achting heb toegedragen was den heer G. van Orden te Zaandam.
Om zijne beteekenis te doen schatten vermeld ik hier, dat hij is ge
weest burgemeester van Zaandam, lid der Staten van Holland, later
van Noordholland, ridder van de orde van den Ned: Leeuw, correspon
dent der 4e klasse van het Kon Nederl: Instituut, lid van de Maat
schappij der Nederl: Letterkunde te Leiden en van het Pr: Utr:
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, Grootmeester der loge
Anna Paulowna te Zaandam.
Hij bezat eene uitgebreide bibliotheek, eene groote verzameling nederl:
historie penningen, prentwerk over de Zaanlanden en vele mopjes en
dergelijke oude liederen boekjes.
Hij gaf in 1825-30 in het licht: Handleiding voor verzamelaars van
nederl: historie penningen en in 1830 te Zaandam eene Bijdrage tot de
penningkunde van Nederland (vroetschaps-, schutters-, gilde- en
armenpenningen) voorts in 1841 gezamenlijk met A.D. Schinkel
Bijdragen voor de penningkunde van Nederland, alsmede verschillen
de artikelen in de Konst- en Letterbode, voor zijne ex libris bezigde hij
eene afbeelding van het watermerk van een te Schoorl gestaan
hebbende papiermolen, geleid door een voorvader, afkomstig uit het
buurtschap Orden bij Apeldoorn.
Hij was geboren den 18 December 1774 en overleed 13 Januari 1854-
In zijne laatste levensjaren was hij geheel blind. Toen mijn vader zijn
vriend K. Kaan te Haarlem eens bezocht, vond hij daar den heer van
Orden, een lange man, bleek van gelaat met een eenigzins zijwaarts
gebogen neus.
Beide heeren beoefenden de penningkunde en daar mijn vader aan
deze dure liefhebberij niet deed, brak deze zijn bezoek af en vervolgde
i 58