C.W. Bruinvis
E vita propria
1. Ouders
Beschouwingen en Herinneringen
Met het in geschrift stellen van de hier volgende schetsen is niet
bedoeld het schryven van eene autobiografie. Ik acht myn persoon
daartoe niet gewichtig, myne levensbyzonderheden niet belangwek
kend genoeg voor, als is de mogelykheid niet uitgesloten, dat hetgeen
terloops over voorbygegane toestanden wordt gezegd, de aandacht van
een lateren snuffelaar gaande maakt. Maar de bedoeling is myn, door
eene beroerte neergeschokt en my nog vaak in den steek latend geheu
gen te hulp te komen, temeer nu ik door met de jaren toegenomen
gezichtverzwakking en de verandering van myn vroeger duidelyk
schrift in krabbelary, my genoopt zie my te oefenen in de moeilyke
kunst van stilzitten, of te wel nietsdoen, en my dus aangewezen zie op
myne herinneringen.
Apotheker Comelis
Pie ter Bruinvis
(1799-1873).
Mijn vader, Cornelis Pieter Bruinvis geboren 5 Juli 1799, na een smar-
telijk lijden aan graveel overleden 16 Mei 1873, was een zoon van den
tabaksverkooper Cornelis
Voorhout Bruinvis en
diens vrouw Neeltje Ver
hoeve.
Mijne moeder, Alida de
Lange, geboren 25 Mei
1798 en overleden 23
September 1890, was eene
dochter van den notaris
Michiel Johan de Lange
en diens vrouw Fusina
Maria Blom.
Nadat mijn vader zich als
apotheker gevestigd had
in het huis aan de Lange-
straat, achteruitkomende
aan het Payglop, gekocht
van zijn vroegeren pa-
55