gedichten (9-
rden en door
st.nd
lijk
oor-
oet.
len.
ja;ir
den
en.
noi'
hik in heeft:
afgedaan",
hun vriende-
ge toestand".
Marie Ellis,
die hem met veel zorg jaren behulpzaam was. Door rheumatische
pijnen in zijn rechtervoet kon hij jarenlang moeilijk in slaap komen en
zoals een ander schaapjes telt, somde hij voor zich de lange rij van
Romeinse koningen op. Ondanks zijn pijn is hij, volgens Van Gelder,
nooit een grommende oude heer geworden, een knorrepot zoals hij
steeds had verafschuwd. Een rijtuigje was in zijn hoge ouderdom toen
hij niet meer kon lopen, zijn enige vervoermiddel. Hiermee liet hij zich
door de stad rijden om op de hoogte te blijven van de veranderingen
en nieuwbouw. Op een keer in de duinen wilde hij de nieuwe bebos
sing overzien. Toen dit niet lukte vanuit zijn rijtuigje, liet hij zich op
het paard hijsen om beter rond te kunnen kijken.
Om zich te oefenen in de "moeilijke kunst van stilzitten, oftewel niets
doen" schreef hij op 28 maart 1919 zijn herinneringen: E vita propria".
9 2'jarige Bruinvis op
rijtoer naar Bergen.
Aan het eind daarvan schreef hij:
"Aldus het verleden prijzende wil ik niet vergeten, dat wat ik ook in
het tegenwoordige moge ontberen, ik mij in mijn ouderdom nog boven
duizenden natuurgenoten bevoorrecht zie ook door de trouw en de zorg
van eene dienstbare.
Ten slotte nog dit: ik geloof in wonderen die voor ons beperkt
menschelijk verstand onbegrijpelijk, maar met het beloop der natuur
in overeenstemming zijn, zooals de voortplanting en de ontwikkeling
van al wat leeft; maar niet aan z.g. mirakelen, die tegen dien loop
indruischen, zooals zonnestilstand, ongedeerde jongelingen in een
gloeiende oven, opwekking of opstanding uit den doode. Ik geloof niet
aan een voortbestaan der menschelijke ziel na het eindigen van het
aardsche leven.
Laus Deo:
A. D. 28 Martii 1919."
Bruinvis overleed op 4 april 1922.
43