12. De laatste jaren
maakte hem het woonhuis lief, lette steeds op zijn welzijn, steunde
hem bij wat hij ondernam, en was blij dankbaar als hem erkenning ten
deel viel. In één woord wilde hij samenvatten, wat hem op het hart
brandde: "Dank".
In februari 1916 sloeg het onvermijdelijke toe, de dood van zijn vrouw
was een schokkende ervaring. Dit blijkt ook duidelijk uit de rouwkaart.
Voor Uwe belangstelling en deelneming,
mij betoond bij het plotseling verlies van
mijne beminde vrouw, ALIDA SCHREUDER,
betuig ik U mijn hartelijken dank.
Alkmaar. C. W. BRUINVIS.
VERZOCHTE EN ONVERZOCHT GEGUNDE MEDEDEELINGEN.
Als in«er dan tachtigjarigen werden wij ons dagelijks levéndiger
er van bewust, dat ons scheidensuur met snelheid naderde, wie
weet hoe spoedig daar zou zijn. Beiden hoopten wij elkander
zij het ook kort te overleven, meenende, dat de overblij
vende 's anderen 6teun en zorg niet zou kunnen ontberen, zonder
zich zeer ongelukkig te gevoelen. Op het onverwachtst is thans
de beslissing gekomen ten aanzien van wat een vraagstuk was.
Dikwerf lijdende, maar zich kloek vermannende en nimmer aan
eigen gemak toegevende, was de ontslapene den 12en dezer
's avonds meer dan gewoon wel ter ruste gegaan.... om niet weder
te ontwaken. Wij vonden haar den volgenden morgen, schijn
baar als slapende, maar bewegenloos en reeds koud, als lijk,
zonder eenig spoor van geleden pijn of benauwdheid. Haar had
eene hartverlamming plotseling en buiten hare bewustheid, als
met één slag, gedood. En het is goed zooals het geschied is:
bleef ons het wisselen van een afscheidswoord onthonden, haar
is bespaard gebleven een smartelijk ziekbed, een moeilijk sterf
uur, haar bespaard zoo nameloos leed, als mij te dragen valt.
Zij is velen, mij bovenal, ten zegen geweest.
Februari.C- W. B.
Nog in hetzelfde jaar van de dood van zijn vrouw werd Bruinvis getrof
fen door een beroerte. Dit was voor hem de aanleiding om ontslag te
vragen als gemeente-archivaris. Het werd hem op 1 juli 1917 op de