licht het toeliet stelde ik ze op papier, 't welk ik voor op de tafel lag,
zoodat het dadelijk in het oog moest vallen als mijn vrouw op mijn
kamer kwam. "Wat is dat?", vroeg zij en ik antwoordde: "Dat moet je
maar eens zien, lees maar". Toen zij zulks gedaan had, sprak zij bewo
gen: "Neen, zoo goed ben ik niet". Zij heeft het vers aan niemand laten
zien en eerst na haar overlijden vond en zag ik het terug".
Echtyaar Bruinvis-
Schreuder Het begint zo:
"Aan mijne vrouw
"k Zou het niet meer kunnen uiten,
Mocht mijn spreken zijn verstomd,
Als mijn uur van heengaan komt,
En voor goed zich de oogen sluiten:
Mijn gewenschte laatste woord
Dat alleen U toebehoort"
Bruinvis ervoer hun samengaan als een rijke zegen, waarin hem nooit
haar steun ontbrak, hoe groot de stormen in het leven ook waren. Zij
40