zichten van de gemeente secretaris bleken niet voldoende gespecifi ceerd. De geldopnames werden bijv. geboekt onder de post "alle andere ontvangsten". Op aandrang van Bruinvis beloofde de gemeentesecreta ris betere specificatie, maar hij deed het niet. De maandstaten werden vertraagd gedrukt. Die van augustus bleef weg; in september zouden er twee komen, maar het gebeurde niet. Toen stelde Bruinvis in de verga dering van B&W van 10 oktober voor om "den ontvanger te sommeeren binnen een gestelden termijn de staten in te dienen. De burgemeester zulks beamende en de sommatie schrif telijk wenschende, vroeg welke dag tot termijn te stellen. De secretaris zeide daarop "den 30 ste", ik: "den 15e", en de burgemeester stemde dit bij. De brief werd eerst den 12e verzonden, en noodigde den ontvanger "beleefdelijk" uit, de indiening te willen doen. Toen zij kwamen, trad de gepleegde fraude onmiddellijk aan het licht. De ontvanger, den 17e ter kamer geroepen en gevraagd om het gebleken verschil toe te lich ten, verklaarde zich hiertoe niet in staat, maar schuldig aan verduiste ring". De ontvanger werd onmiddellijk voorlopig geschorst en zijn boeken en kas in beslag genomen. De secretaris kwam met halve waarheden op specifieke vragen en met een ongevraagd rapport, dat kant noch wal raakte. Geconstateerd werd, dat zijn gedrag in elk geval knoeierijen in de hand had gewerkt en dat hij als ambtenaar niet meer te handhaven zou zijn. Beiden werden na enige tijd definitief ontslagen en D. Poll belandde in de gevangenis. In de Nieuwe Courant voor Alkmaar en Omstreken van 6 febr. 1898 komt nog een verslag voor van een recht zaak te Alkmaar tussen de burgemeester A. Maclaine Pont namens de gemeente tegen de "Maatschappij tot zekerheidsstelling van Ambte naren en Beambten", die borg stond voor ontvanger D. Poll te Alk maar, "thans verblijfhoudende in de strafgevangenis te dier stede", voor een bedrag van 33.600. Het kas tekort was berekend op 59.394,26, zodat de gemeente uiteindelijk een strop leed van ruim 25.000,-. Getuigen beweerden, dat Poll op te grote voet geleefd had (hij verdien de in 1892 2250,-, tegen een politieagent 500,-.i8) Poll was op 14-9- 1892 benoemd. Zijn verdediger stelde, dat Poll misbruik van het in hem gestelde vertrouwen had gemaakt "om zijn zakken te vullen met kwalijk verkregen geld zoals Jacob deed met Ezau". Wel vond hij dat de gemeente in de controle nalatig geweest was. Zoals gezegd werd gemeentesecretaris Nuhout van der Veen ontslagen. Voor Bruinvis was de ontdekking van de fraude een zware klap, vooral omdat hij met de scherpzinnige secretaris, die al vanaf 1869 in dienst van de gemeente was, vaak had samengewerkt. Zo vormden zij onder meer in 1892 de Commissie van Toezicht op het Stedelijk Museum. 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 34