het zelfde jaar nog getekend door Bruinvis. Ook maakte hij nog op tijd tekeningen van de Doopsgezinde kerk vóór de verbouwing van de noordgevel en van de oude Rooms Katholieke schuilkerkjes, alsmede van de gilde huizen. Een enkel belangrijk gebouw werd ook daadwerke lijk gered van sloop, en wel vooral door de inzet van Bruinvis, nl. Het Hof van Sonoy. Al in zijn Kennemerbrief van 15 november 1874 sprak Bruinvis er zijn spijt over uit, dat de bouwvallige toren van het Dia coniehuis (Hof van Sonoy) vermoedelijk afgebroken zou worden bij gebrek aan fondsen. De kerkeraad van de Ned. Hervormde gemeente had berekend, dat de kosten tot herstel 1488 gulden beliepen, maar, dat er geen geld voor was, gezien de toch al krappe diaconiekas. i0) Men besloot aan B W subsidie te vragen. Deze wezen de aanvraag af. In de raadszaal volgde toen een uitgebreide discussie tussen voor- en tegenstanders. Hartstochtelijk pleitte Bruinvis voor het behoud van de toren: "Hadden wij op één onzer openbare pleinen een monument, dat herstel behoefde, wij zouden niet vragen of het der gemeente nuttig of noodig was en niet aarzelen de gelden toe te staan om het als sieraad der stad te behouden. Er is reeds zooveel verloren gegaan, dat wij niets 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 25