5. Onderwijs
is er over het optreden van Domela Nieuwenhuis. Hier hoorde Bruinvis
voor het eerst het woord "loonslaven" (7 jan 1884 en 8 dec 1884). Ben
enkele maal springt Bruinvis zelf op de hres voor een verdrukte.
Op zijn best is Bruinvis in het geestig beeldend weergeven van kleine
dagelijkse gebeurtenissen. "Voor beminnaars der toonkunst was het een
genotrijke avond toen de beroemde Bossche bariton zanger de heer
W.C. Deckers zich op het concert van "Arion" en "Concordia" deed
horen. Tiefdrunten van Müller, een ariosa uit Elia op Horeb van Coe-
nen en eene aria uit de Vondels-cantate van Holl werden door hem op
meesterlijke wijze voorgedragen en brachten zijn toehoorders in ver
rukking. Twee hoeren waren ook gekomen om hem te hooren; zij
namen plaats aan een tafeltje bij eene deftige familie, spraken geen
stom woord, vertrokken geen spier van hun gelaat en hielden in de
warme volle zaal hun dikke cache-nez om en hunne petten op, welke
één slechts een ogenblik van het hoofd nam, toen Deckers in Elia's
klaagzang den naam van het Opperwezen deed hooren" (25 dec 1871).
Op de kermis verbaasde Bruinvis zich over de boerenmeisjes. "Vele
boerinnetjes zijn van top tot teen dames, al ontzien zij zich niet om
voortwandelende een peer, pruim of noot te verorberen (29 aug.
1880). Op 3 okt. 1882 meldde hij: "Het rijk der dronkaards wordt
tegenwoordig ook sterk bedreigd, maar blijkt nogal talrijk". Op 29 au
gustus 1880 eindigde Bruinvis karakteristiek; "Mijn vel is volgeschre
ven, mijn stof nog niet op".2!>
Bruinvis was jarenlang betrokken bij allerlei commissies voor het
onderwijs. Als gezegd werd hij al in 1869 lid, later voorzitter van de
schoolcommissie. Als Doopsgezinde legde hij in plaats van de eed de
gelofte af. De liberaal Bruinvis was een groot voorstander van het
openhaar onderwijs. In 1872 kwam dit onderwijs onder druk te staan
door concurrentie van Roomskatholieken en Gereformeerden. In dat
jaar bleek het gebouw van de Openbare Tusschenschool te ruim te zijn
geworden en daardoor te duur, hetgeen veel problemen gaf.
Het gedicht "De groote advertentie" van Bruinvis over het wonder, dat
de pater en de dominee vredig als wolf en lam met elkaar wandelen,
slaat waarschijnlijk op het samengaan van de Rooms Katholieken en
Anti Revolutionairen ten behoeve van het hijzonder onderwijs hij de
stemming in 1878.
Uit de levendige beschrijving van een nieuw geopende kinderspeel
plaats in 1885 kan men wel zien, dat Bruinvis veel van kinderen hield.
19