STEMBILLBT
dat Gij het al
De vader
tn
in deze wereld
et een lofzang,
uinvis zijn le-
n. De alinea's
re geest dan in
rt bestaan der
en gemeente
et handschrift
lelijk na 1884
vormde Kerk (1886) uitlopend op een scheuring, waarbij de Gere
formeerde Kerk ontstond in 1892.
Veel verontruste zielen verlieten de Hervormde kerk naar vrijzinniger
voelende gemeenten als Doopsgezinden en Remonstranten. Mede hier
door groeiden die gemeenten snel. Zo klom het ledental van de Doops
gezinde gemeente te Alkmaar van ca. 170 in 1860 naar 351 met 80
catechisanten in 1890. In februari 1876 ontstond in de Alkmaarse
Doopsgezinde gemeente een grote discussie over het toelaten van leden
uit de Hervormde gemeente zonder herdoop. 201 De directe aanleiding
vormde het verzoek van de Hervormde echtgenoten van A.R Zeil
maker (zelf Hervormd, maar sedert 1864 organist bij de Doopsgezin
den) en van C.W. Bruinvis. De kerkeraad verwierp het verzoek, maar
mede op initiatief van Ds de Boer werd ook de gemeente geraadpleegd.
Deze verwierp toen met
109 tegen 73 stemmen
het verzoek. Pas onder
Ds Glasz in 1899 moch
ten leden van andere
gemeenten zonder her
doop als lid opgenomen
worden in de Alkmaar-
se Doopsgezinde ge
meente. Ondanks deze
voor Bruinvis ongetwij
feld schokkende erva
ring bleef hij de Doops
gezinde gemeente trouw
en vanaf 1881 was hij
secretaris van de Kerke
raad tot 1896. 20 Ook
was hij bestuurslid van
de Algemene Doops
gezinde Sociëteit van 1890 tot 1896.
Op 18 oktober 1888 verscheen een lang gedicht van Bruinvis in de
Zondagschbode, een Doopsgezind weekblad, met als titel "Van een
modern lezer".
VOOR DE
Doopsgezinde Gemeente te Alkmaar in 1876,
ter beantwoording der navolgende vraag:
Keurt de gemeente goed dat leden van andere kerkgenoot
schappen die in hunne jeugd gedoopt zijn en op lateren leef
tijd hunne belijdenis als christenen hebben afgelegdmaar in
hun kerkgenootschap geene bevrediging hunner Godsdienstige
behoeften meer vindenals leden van het onze worden opgeno
men, zonder dat zij zich aan de formaliteit van een vernieuwden
doop behoeven te onderwerpen
het gehoorde
gemeenschap
komt dat in
derlands Her-
Wat sta ik ver van menigeen,
Die in dit blad getuignis geeft.
Van 't geen hij hem als waarheid leeft,
En vurig door hem wordt heieen;
15