Ds Daniël IJ zenbeek sukkelde, opgevolgd door de"moderne" Ds. Pieter Bruyn. De modernen wilden kort gezegd niet uitgaan van God, maar van de mens; ze wilden christendom en cultuur, geloof en wetenschap verzoenen. Een hotsing met de traditioneel voelende Alkmaarse Doopsgezinde gemeente kon niet uitblijven. In 1862 reeds nam Ds. Bruyn tot verdriet van velen afscheid, om dat het merendeel van de ge meente zich niet kon verenigen met de "nieuwe Bijbelbeschou wing" en hij niet tegen zijn eigen innige overtuiging kon preken en werken. Aan vader Bruinvis schreef Ds. Bruyn over de gemeente "ware daarin meer toonaangevend Uw geest, ik zou mij niet in de smartelijke noodzakelijkheid hebben gezien deze brief U te zenden".17) Ook de jonge Bruinvis zal zeker toen al het modernisme toegedaan geweest zijn, waartoe hij zich later met zoveel hartstocht verklaarde. De spanningen ten opzichte van het modernisme, waaraan de meer naar binnen gekeerde, vertrouwde familiegemeente bloot stond, weerspie- t-ct~ **4*2 O£4*T~ 0^-^ 'r Grr 2&v ia-2~ CÓ2 <fr- pe-t-n &<- r 2/ 2^x /i-^ «.c€*c cCt- /in Ac-2 J*14 Cpfi4.cJL.-t- f Afscheidsbrief van C gelden zich ook als het ware bouwkundig. Zo ontwierp Cornelis Willem in 1853 een nieuwe voorgevel voor de oude Doopsgezinde Vermaning 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 14