3. Doopsgezind theker begon hij ook zijn energie aan de gemeenschap te besteden. Van 1859-1870 was hij buurtmeester, van 1860-1866 lid van de commissie voor de stadstekenschool, van 1862-1864 lid van de commissie voor Openbare Scholen en later in 1869 lid, vanaf 1874 voorzitter van de plaatselijke Schoolcommissie. Ook werd hij regent van het Burger weeshuis en van het Provenhuis van Wildeman. Hij was ook lid van tal van verenigingen. In 1857 sloot hij zich aan bij het Natuurkundig en Letterkundig genootschap "Physica", opgericht in 1782. Ds. Oort, in hetzelfde jaar lid geworden, geeft een aardige beschrijving van de Physica avonden in walmen van tabaksrook 15). Vader Bruinvis ver kocht in 1865 aan Physica een kleine mineralogische verzameling voor 50,-. Bruinvis was er ook bij, toen Physica in het koor van de Grote Kerk de beroemde slingerproef van Foucault herhaalde, waarmee de draaiing van de aarde aangetoond kon worden. De slinger maakte figu ren in het zand op de kerkvloer. 1M Hij ging in 1858 ook kijken naar de komeet van Donati. Vanaf het Munniken Bolwerk zag hij een pracht- gezicht, een staart van Zenith tot horizon. In 1874 besloot hij de apotheek eraan te geven en te verhuren aan de stadsapotheker Franciscus Wilhelmus Adrianus Brom. Bruinvis breidde zijn redacteurs werk voor de Alkmaarsche Courant uit en schreef tus sen 1872-74 wekelijks het hoofdartikel voor de Heldersche en Nieu- wedieper Courant. Zodoende bleef zijn inkomen op peil. "Het heeft mij", zegt Bruinvis, "zolang ik er toe in staat was nooit aan bezigheid, waartoe ook mijn voogdijschappen behoorden, ontbroken, trouwens zulks was mijn lust en mijn leven, getrouw aan mijn lijfspreuk "Felix Labore" (Gelukkig door werken)". Bruinvis werd in 1847 op 18 jarige leeftijd gedoopt door Ds. IJzenbeek. Ds. IJzenbeek komt naar voren als een bedaarde, rustige predikant met traditionele opvattingen. In 1843 had hij zijn 25-jarig leraarschap te Alkmaar herdacht. Met ontroering preekte hij hij die gelegenheid over "gedachtenis" (Ezra 6:26) en bood hij al zijn leerlingen een gedrukte leerrede aan "tot een aangenaam aandenken (aan hun) le leraar en leidsman naar den Hemel". De Doopsgezinde gemeente bestond toen uit 106 leden. Sedert 1809 waren er "79 leden door den dood ontrukt" en "73 jeugdige harten, aan haar door de plechtigen waterdoop toege voegd". Eén van die jeugdige harten was kort daarna de jonge Cornelis Willem Bruinvis, die al spoedig een open oog had voor de wereld om hem heen. In 1855 werd Ds. IJzenbeek, die al jaren met zijn gezondheid 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 13