Al025 Wigtman. Hendk
A1026 Boom ba ar, Ans
zond ber
Alkmaar
1103 huif en erf
112 huis en ert
0 0126
0 0133
0 0282
0 0062
0 0259
0 0047
0 0022
0 0025
00047
0 0211
90
72
45
Al027 Bottemanne Comp JJ
A1028 Bottemanne Comp J.J.
Al029 Voller, Mr Jan Peerenboom
126 werkplaats en erf
126 hui» en erf
1057 huis en erf (♦A1032)
1054 huis
1054 werkplaats
1057 pakhuis (bij Al029)
1133 pakhuis
356 timmerplaats
132
45
24
18
A1030 Volder. Klaas
A1031 Volder, Klaas
Al032 Voller, Mr Jan Peerenboom
Al033 Weymer, Jacob
Al034 Hamer. Willem
stadsarchitect Alkmaar
24
45
Als eigenaar van huis en erf (het kleine schuurtje wordt niet genoemd)
is dus geregistreerd Mr. Jan Peerenboom Voller (beroep en woonplaats
hier niet vermeld), artikelnummer 1057 (verwijst naar de alfabetische
lijst van eigenaren); de oppervlakte of inhoudsgrootte is bepaald op
0.0259 ha, dat is 259 vierkante meter.
De één na laatste kolom vermeld een 1 voor de enige klasse die gold
voor de oppervlakte van de ondergrond van gebouwen met inbegrip
van het erf. Deze oppervlakte werd steeds geschat in het zelfde tarief als
bouwland van de eerste klasse ter plaatse, hier 30 per hectare.
Hieruit laat zich berekenen dat het perceel voor de heffing van de
grondbelasting zal worden aangeslagen voor een (bruto) kadastraal in
komen van 0,78. De term "kadastraal inkomen" staat hier voor wat
we nu de belastbare opbrengst of huurwaarde zouden noemen. Polder-
lasten, die normaal op dit bedrag nog in mindering werden gebracht,
kende de binnenstad niet, zodat het kadastraal inkomen van de onder
grond hier gelijk is aan het netto belastbaar inkomen "ongebouwd".
Het zogeheten belastbare inkomen "gebouwd", dat gold voor de opstal
len en in de laatste kolom van de OAT staat, is altijd veel hoger. De
taxatie van het tarief (klasse 12) van 132 gold hier bovendien een
aangrenzend pakhuis in de Zilverstraat van dezelfde eigenaar, kadastraal
sectie A1032.
Dit bedrag komt overeen met 75% van de huurwaarde, die dus op 176
geschat is; een kwart van de bruto huur mocht worden afgetrokken
voor de kosten van onderhoud en reparaties.
Uit de verdeling van woonhuizen over de verschillende klassen per sec
tie blijkt dat deze en duurdere klassen van huizen vrijwel alleen in de
binnenstad (Sectie A en B) te vinden waren en tevens dat het huis
twee maal zo hoog werd aangeslagen als het gemiddelde woonhuis al
daar.
Of Mr. Voller het huis zelf hewoonde, kunnen we niet opmaken uit de
kadastrale administratie. Een vergelijking van de Alkmaarse Bevol
kingsregisters van 1822 en 1830 met de OAT wees uit dat huiseigena
ren meestal woonden in het duurste huis, dat ze bezaten.
20