De kadastrale opmeting van Alkmaar is in juli 1821 gestart met de pre
cieze vastlegging van de grenzen met de omliggende gemeenten. Daarna
begon de landmeter S.P. van Diggelen met de opmaak van de kaarten
van de verschillende secties waarin de gemeente was verdeeld. Per sec
tie werden duizenden percelen en de eventuele gebouwen die erop ston
den gemeten en er werden schetskaarten van het veldwerk gemaakt. De
bekende centrumkaan van Alkmaar die Van Diggelen in 1823 maakte,
moet een eerste versie zijn van de kadastrale kaarten, want veel details
blijken op de definitieve minuutplans verbeterd. Kort daarna was de
landmeter gereed met zijn werk: elk perceel was ingetekend en genum
merd en de oppervlakte ervan vastgesteld.
De registratie van de overige gegevens was de taak van de schatter M.H.
Weldijk, die de volgende jaren op pad moet zijn geweest. Aan de hand
van onder andere huurcontracten en marktprijzen voor gewassen werd
de belastbare opbrengst bepaald van een aantal gekozen voorbeeldper
celen. De uitkomst bepaalde het aantal en de hoogte van de verschil
lende belastingklassen, waarin alle andere percelen bij schatting zouden
worden ingedeeld. Waarschijnlijk waren alle gegevens van de Oor-
15
