4 klaarde hiertoe te zijn overgegaan "tot verdediging van sijn eer en le- ven".w'Deze rechtvaardiging van zijn gedrag was hard nodig, want enke le dagen later overleed zijn opponent. De vraag was nu of het gevecht wel eerlijk was verlopen. Als dat niet het geval was geweest, dan was er sprake van moord. Was het duel wel volgens de regelen der kunst uitge vochten, dan konden familieleden toch een aanklacht indienen. Het was daarom zaak voor de overwinnaar om te bewijzen, dat het duel niet alleen eerlijk was gegaan, maar ook dat Adriaan niet aan de gevolgen daarvan was overleden. De bewijsvoering ging als volgt. Een zekere Feliciano verklaarde, dat hij het duel had bijgewoond en dat er niets onregelmatigs had plaatsgevonden. Bovendien had hij de beide kemp hanen na afloop nog met elkaar horen praten, dus ernstig konden de verwondingen niet zijn geweest. Om dat laatste te staven vond Volckert vier medici bereid om te verklaren, dat Adriaan 's nachts om vier uur was thuisgekomen "gequetst van een onbekende (soo hij verclaerde) heneden den duym van sijn rechterhandt ende in sijn rechterarm met een cleyn steeckgen". Eigenlijk was er niets aan de hand, want onze me dici troffen hem de vierde dag aan, terwijl hij "met blijd gelaet liede kens (had) gesongen, lachende, boertende en met een mannelijck ge- moet sijn ongeluck dragende, ontkennende dat hij sijn wederpartij ken de, toonende hem constant en vroom". Toch veranderde dat de zesde dag. Adriaan begon "te loosen, huyten alle verwachtinge, overvloedige swarte stucken excrementen, ende soo ruyckende, dat de omstan ders den stanck heel qualijck conden verdragen, waardoor de crachten verswackt sijn". Het eten kon hij niet meer binnenhouden, terwijl hij bovendien werd geteisterd door koortsaanvallen. Diezelfde middag overleed hij "sijn selve God wedergevende". Was Adriaan dan toch aan zijn verwondingen overleden? Nee, aldus de geneesheren, zijn dood had hij aan zichzelf te wijten omdat hij zich op zijn ziekbed overgaf aan "te veel vreten ende suypen van genereuse wijnen". Adriaan werd begraven in de kerk Santa Maria dell'Anima. Deze kerk, die in de 14e eeuw door een Nederlands echtpaar was gesticht, was de religieuze ontmoetingsplaats voor de Nederlandse rooms-katholieke rei zigers. In deze kerk, waar ook de Nederlandse paus Adriaan VI werd be graven, kreeg de jonge Vrijburgh een indrukwekkend grafmonument, dat door de Zuidelijke Nederlander Fran^ois Duquesnoy werd ontwor pen.151 De Alkmaarse regentenzoon was blijkbaar rooms-katholiek ge worden. Waarom weet ik niet. Echter, in het begin van de zeventiende eeuw had het calvinisme nog allerminst vaste voet aan de grond gekre gen. Geloofswisselingen kwamen nog regelmatig voor, terwijl het - ook in de familie Vrijburgh - geen uitzondering was, dat er binnen één fami-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 6