ikersmerken n, maar ook iand met dit van het mo- aerken. Het tot een goe- trechtervor- 'as tot in de n de putge- le eeuw, be ëindigde in ;n pand, ge- hofje van e tussen cir- ie 17e eeuw het archief- ctie van het id kon niet eroede "een raat "belent jr ten noor- ^e hofje van lijnlijk niet beschrijving bedrag over ij werkzaam 'as namelijk eser stede."' lommen na- isaheth van Brederode. De laatstgenoemde dochter werd onder de voogdij gesteld van Pieter de Wit, een regent van het weeshuis. Deze Pieter de Wit fungeerde op 30 april 1686 als voogd/zaakgelastigde (van Elisabeth) om samen met Pieter van Brederode "twee darde paerten van een kamer" te verkopen aan Gerrit van Brederode waarvan hem "het resterende darde paert toe behoort. Hieruit blijkt dus dat Pieter en Elisabeth hun deel van de erfenis ver kochten aan Gerrit voor de somma van 123 gulden, zodat laatstge noemde eigenaar van het pand werd. Het beroep dat vader Nicolaes uitoefende was blijkbaar overdraagbaar van vader op zoon, want ook Gerrit wordt vermeld als kastelein van de St. Sebastiaansdoelen.5 Op 28 oktober 1690 is Gerrit van Brederode overleden en begraven in de Grote Kerk. Zijn vrouw Aaffje Snoeck verkoopt het pand op 21 ja nuari 1692 voor 200 gulden6 Koper is Pieter van Brederode, waardoor het pand in handen van de familie blijft. Opvallend is dat deze Pieter de meeste goederen overneemt van zijn schoonzusje Aaffje. In zijn testament van 1694 wordt het betrokken pand en verscheidene andere onroerende goederen die eerder in het be zit waren van broer Gerrit genoemd, als zijnde eigendom van Pieter van Brederode.' Het is zeer waarschijnlijk dat, tijdens de gehele Brederode-periode, het pand verhuurd werd, immers in de eerder genoemde boedelbeschrijving uit 1681 was sprake van een huuropbrengst van 23 gulden. Dat de familie Brederode niet onbemiddeld was blijkt uit de boedelbe schrijving, waarin een totale opbrengst van ruim 4000 gulden wordt ge noemd, een voor die tijd aanzienlijk bedrag. In een transportbrief van 24 januari 1699 vinden we het volgende ver meld: "Pieter van Brederoe vercoopt deheren en praets vant gortersgilt een kamer en erve staende en leggende aen de oostsijde van de Papestraet belent met den Doelen ten zuijden ent provenhuijs van Juffr. bijlevelts op een gemene muur ten noorden van welke etc. beloovende etc. zedert zijn eijgendom onder generaal verbant en nopende etc. transport etc. bij hem vercregen den 31 jan. 1692 met etc. coopp. 250 gulden schepenen utstaande den 24:dito.8" 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 21