De reden van de ingreep wordt ook vaak verkeerd opgevat, het is niet zo zeer de beschermende werking dan wel het esthetisch effect geweest, dat ten grondslag heeft gelegen aan de beslissing. Kleur ondersteunt de architectonische vorm en het monument wint erdoor in waarde. Onze voorouders waren zich hier beter van bewust dan wij. Het stadhuis is in oorsprong ook geschilderd geweest. Tijdens de recente restauratie zijn op de (weinige) authentieke natuur stenen onderdelen van de toren vele lagen verf aangetroffen. Wat eigenlijk alleen ter discussie staat is de vraag of de huidige gevel wel geschilderd behoort te zijn. Het stadhuis stamt oorspronkelijk uit 1520, maar de toren en de voor gevel zijn bij een restauratie aan het eind van de 19e eeuw (bijna) ge heel vernieuwd. "Restauraties" uit die periode worden bijna allemaal gekenmerkt door deze, wat eigenaardige werkwijze. De voorgevels van het Waaggebouw, het Koning Willemshuis en het Huis met de Schopjes ondergingen eenzelfde operatie. De bestaande gevel werd nauwkeurig opgemeten, gesloopt en daarna in nieuwe materialen gereconstrueerd. Men ging zelfs zover, dat niet stijlzuiver geachte elementen, bij de her bouw nog gecorrigeerd werden. Het oude stadhuis was naar de opvat ting van de toenmalige restaurateur niet gotisch genoeg en hij verbeter de deze tekortkoming in het nieuwe ontwerp. Op een foto die kort na de herbouw is genomen valt dit goed te zien. De toren heeft een gedeeltelijk in gietijzer uitgevoerde neogotische spits gekregen en in de voorgevel zijn vreemde natuurstenen spitsboogven sters geplaatst. Bovendien werd het natuurstenen geheel in de traditie van die dagen ongeschilderd gelaten. Het stadhuis had door deze in greep eigenlijk geen 16e eeuws uiterlijk meer maar was een neogotisch gebouw geworden. Lang heeft deze situatie niet geduurd. In het begin van de 20e eeuw heeft de toenmalige restauratie-architect het gemeentebestuur over tuigd van de wenselijkheid van enige aanpassingen. Hij restaureerde het gebouw weer een stukje terug naar de oorspronkelijke vorm. De na tuurstenen vensters werden vervangen door kruiskozijnen en de toren spits moest het veld ruimen voor de huidige fraaie replica. Achteraf is dit laatste jammer: zo'n gietijzeren spits zou nu veel opzien baren en zeer heschermingswaardig worden geacht. Maar elke generatie heeft zo zijn eigen opvattingen. Het schilderen van het natuursteen moet ook in dit licht gezien wor den. Het is deels te verdedigen op historische- en technische gronden maar veel eerlijker is om gewoon te erkennen, dat we het mooi vinden. Bron: Het stadhuis van Alkmaar door Th.P.H. Wortel1951.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1990 | | pagina 10