en meer andere voorname werken, voorts eenige welgepenseelde Schilde
rijen en eindelijk Twee metalen Kanonstukjes, Boekenkassen enz. alles
breeder bij Catalogus vermeld".
Naar onze begrippen betreffende het verkeer op straat komt het wèl
vreemd voor te lezen, dat de georganiseerde veilingen niet in, maar vóór
het huis en dus op de Oudegracht hebben plaatsgevonden.
Er werd steeds vaart achter de liquidatie gezet, want nadat de roerende za
ken verkocht waren, is zelfs voor het woonhuis door de twee belangheb
benden aanstonds een gegadigde gevonden. Zoals reeds werd opgemerkt
waren ook daarbij de enige gerechtigden Mr. Jacoh, de notaris en zijn
zoon Joachim Elisa Nuhout van der Veen. Omdat dit tweetal slechts ui
terst kort eigenaar geweest is meen ik mij hier tot enkele notities betref
fende deze personen te mogen bepalen:
Mr. Jacoh was te Castricum geboren 24 februari 1779 en werd te Leiden
als „ex pago Castricum Batavus" als student in de Rechten 15 september
1798 ingeschreven, waar hij tevens promoveerde, al op 24 februari 1802
met een dissertatie „Explicatio Legis Etsi II de fideicommissis". Hij werd
door het Hof van Justitie op 12 mei 1802 te Castricum geadmitteerd als
notaris, welke standplaats hij primo januari 1812 verwisselde voor Alk
maar. Hij overleed daar op 28 september 1837 na een geheim testament
te hebben gemaakt de le februari in datzelfde jaar. De notaris is te Alk
maar getrouwd 27 mei 1810 met Catharina Barbara Druijvesteijn, aldaar
geboren 15 november 1785 als dochter van Mr. Frangois David Constan-
tijn, de baljuw van de Zijpe en Hazepolder en Johanna Maria van Vlade-
racken, te Alkmaar overleden 7 december 1830. Van de familie heeft de
bekende Groningse portret-schilder, Berend Kunst uit Nieuwolda 1794-
1881) pastelportretten vervaardigd, vermeld in zijn catalogus als voorstel
lende: „Nuhout van der Veen en vrouw, jonge Heer en moeder Nuhout".
Van Joachim Elisa, het enige kind van zijn ouders werd al vermeld, dat
ook hij te Leiden Rechten heeft gestudeerd. Nadien vestigde hij zich in
de stad Alkmaar, waar hij geboren was op 31 maart 1811, als advocaat. Ge
trouwd is hij ter plaatse op 9 mei 1839 met Amelia Elisabeth Wilhelmina
Uitenhage de Mist, dochter van Mr. Arnoldus Lambertus, Agent van de
Algemene Rijkskassier en van Johanna Maria Schultz, geboren te Arn
hem 2 augustus 1818, gestorven te Alkmaar 14 februari 1848. Hij werd in
1837 lid van de Raad van Alkmaar, maar bedankte al in het volgende jaar
ten gevolge van zijn benoeming tot kantonrechter te Enkhuizen. Toen te
Alkmaar een vacature ontstond keerde hij naar onze stad terug en heeft
hij deze vervuld; sedert augustus 1857 werd hij in de Alkmaarse gemeente
raad aangewezen; hij deed daar vervolgens in zijn ambten dienst tot zijn
dood op 28 september 1871.
62