in staat om persoonlijk de boedel van haar man tot vereffening te brengen
en daarom heeft zij zich weer tot de notaris Van der Burgh gewend om bij
acte van 3 juli 1779 aan te kunnen wijzen de Heren Dirk en Harmanus
Boerrigter te Amsterdam19-' met de Alkmaarse makelaar Cornelis Stroo
om „alle hare zaaken en affaires zoo uijt als inlandsche" in de ruimste zin
te beheren. Het valt bijzonder op, dat zij het document ondertekende met
niet meer dan de initialen „M.F" die bovendien nog onbeholpen op het
papier kwamen.
Deze nu door haar geplaatste handtekening mag dan niet van gebroken
geestkracht getuigen maar wijst wel op ontstane physieke moeilijkheden.
Haar gemachtigden hebben toen weldra de inmiddels overbodig gewor
den „eigen grondstuin met opstal groot 60 roeden aan de Keeten, belend
de Stadswal ten zuiden en de weduwe Reinier Post ten oosten met een
vrije toegang tot de voorsz tuijn van het water off de straat aff' laten vei
len.
Koper werd op 28 september 1779 Matthijs Sonderhuis voor liefst
585.-.-, stellig een bewijs dat Mr. van Westhoven evenals aan
zijn woonhuis ook aan dit object veel zorg heeft besteed en het met zorg
heeft onderhouden. Geen anderhalf jaar na haar man overleed Mevrouw
van Westhoven-Forangier, die op 28 oktober 1780 in het gemeenschappe
lijke graf op het koor der Grote Kerk begraven werd. Voor sluiting van dat
graf was 1000,-,-, gegeven aan de kerkvoogden.
De afrekening van de boedel van de twee erflaters heeft toen begrijpelij
kerwijs enige tijd gevorderd, maar op 8 november 1781 kon de boedel
scheiding toch ten overstaan van notaris Van der Burgh plaats hebben zo
als die geregeld was door de drie al eerder genoemde vertrouwenspersonen
als gemachtigden van de rechthebbenden. Aan de zijde van Mr. van
Westhoven waren erfgenamen: voor de helft zijn oomzegger Leendert
Hendrik Ver Mehr, zoon van Cornelia van Westhoven, „voorheen Capi-
tain der Compagnie Dragonders-lijfwagt van den Sultan Haming Coe-
bocana van Djokjacarta" en toen opperkoopman en ritmeester op Djokja-
carta in de Mataram; later luitenant-kolonel en capitain-commandant en
Hoofd over de Compagnies Militie op Java te Semarang - en voor de an
dere helft twee personen, n.1. Mr. Lubertus van Beusechem, Griffier van
den Hove van Culemborg en diens broeder Mr. Ludolph van Beusechem
„welke zig thans buijten 's Lands bevind". Aan de zijde van Mevrouw van
Westhoven-Forangier waren de erfgenamen Johannes Jacobus Hennij ge
huwd met Vrouwe Maria Margaretha van Dinter te Leerdam, die een kind
was uit het eerste huwelijk dezer erflaatster.20
50