44 Indië, dat hij zijn eerstverworven hofstede de naam „Jaccatra" heeft toege kend! Met kan nauwelijks anders verwachten dan dat hij op „Batavia" eens gewoond heeft. Mr. van Westhoven is toen zelf naar de Beemster verhuisd en in zijn nage laten administratie is te zien, dat hij in de kerk van Midden-Beemster een graf (n°. 2 M) zijn eigendom kon noemen. Zulks was naderhand opnieuw het geval toen hij het buitengoed „Croon en Berch" bij Burgerhrug voor korte tijd, sedert 1761, in bezit had, want ook te St. Maartensbrug in de Zijpe had hij nog een kerkgraf 11 B) op zijn naam. Het kan zijn dat het een en ander daarop wijst, dat in die twee kerken van hem familieleden, dan wel jonggestorven kinderen begraven liggen, hoewel daarover in het geheel niets vaststaat in verband met het verloren gaan van documenten. Niet alleen zijn grondbezit in de Zijpe, maar ook dat in de Beemster heeft hij op korte termijn weer van de hand gedaan. Van Westhoven was getrouwd met Margaretha Forangier, weduwe Don ker, die maar liefst 17 jaren ouder was dan hijzelf. Met attestatie kwam het echtpaar in de loop van 1753 te Alkmaar over uit de Beemster, waar beide lidmaten waren der gereformeerde staatskerk. Vier jaar daarna is hij in zijn nieuwe woonplaats lid gemaakt van de schepenbank, waarin hij het naderhand achtereenvolgens bracht tot vice-president-schepen en tot president-schepen. In 1756 volgde voor hem een benoeming tot lid, ook genaamd leenman in de Hoge Vierschaar der Baljuwage van de N ieuwbur- gen (Nijenburg). In de stedelijke vroedschap is hij tot raad aangewezen door de Erfstadhouder Prins Willem V op 15 november 1770. Twee kavels land, tezamen groot ruim 30 morgen in de Schermeer bij Rustenburg uit makend de kavels A. 22 en 23 kocht hij aan en als gevolg daarvan kreeg hij de gelegenheid om in het bestuur op te treden als president-heemraad. Ter herinnering aan die periode uit zijn ambtelijke leven schonk hij aan die polder een tweetal geslepen, kristallen drinkglazen, voorzien van zijn naam en zijn familiewapen. Deze stukken zijn nog in ere en toen ik van het bestuur nog deel uitmaakte waren zij ter gelegenheid van bepaalde maaltijden geregeld in gebruik. Beker 1 was Mr. van Westhoven als mede eigenaar en reder van het schip De Prins van Oranje, gevoerd door de commandeur Pieter Quak, een vakkundig walvis-vaarder.16 Persoonlijk was hij bovendien een weerbare figuur, want anders zou er geen kans geweest zijn voor zijn kapitein-schap bij het Groene Vendel van Alkmaar's stedelijke schutterij. In 1776 moest hij het beleven, dat bij hem thuis, dus op de Oudegracht in de avond van 3 oktober, toen hij toevallig het schoutambt moest waarne men, een krachtige voetzoeker door de glazen ging, die de panelen der binnen-luiken vernielde en de zonneschermen met de gordijnen in brand stak.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1989 | | pagina 44