van de Oudegracht over de brug van de Samaritaanstraat verkocht voor
2025:0:0 contant aan Mr. Anthony van Westhoven.
Dat de koopprijs laag was, geeft te denken. Vrij zeker heeft Bosschaert, die
al langdurig in ernstige geldelijke moeilijkheden verkeerde zich maar heel
weinig aan het pand gelegen laten liggen. Vandaar, dat de nieuwe koper
er heel wat mee te stellen kreeg. Niet anders is daarom te verwachten, dat
hij de man is geweest, die de toegangsdeur verbouwd heeft en de stoep en
vooral dat hij het sierlijke stucwerk aanbracht in vestibule, de gang en de
zaal.
Dat de nieuwe bezitter op de boezem van een schouw in de oostelijke voor
kamer aan de gracht hijzonder relief heeft verleend door een erkend stuca-
door aan te trekken om een tafereel, voorstellende de zee-godin Amphi-
trite naast haar echtgenoot Poseidon te vervaardigen kan een zinspeling
beduiden, dat hij persoonlijk meer dan eenmaal de evenaar met geluk ge
passeerd heeft over de wereld-zeeën. Terwijl van zijn voorliefde tot de klas
sieken zeker ook het latijn getuigen kan, dat men leest in de entrée van
het terdege opgeknapte woonhuis.
Zeker ook uit Mr. van Westhoven's tijd dateert het in de zaal nu onlangs
aangetroffen povere restant van een stucpaneel op de schoorsteenboe
zem, waarop naar de smaak van de tijd in een enkele vlakke nis voorzien
van een kuifstijl Lodewijk XV, die eens de omlijsting moet hebben ge
vormd evenals bij een „dessus deporte" van een nu al jaren geleden ver
dwenen schilderij op doek
an Westhoven was te Alkmaar geboren en gereformeerd gedoopt
op 10 november 1716 als „Antony zoon van Gerrit (eerder weduw
naar van Philippa Loeffs) een gerepatrieerd borger coopman" uit Oost-In-
dië en Maria Reiniera Heeselenberg, waarbij Geertruijd van Hessen als
getuige optrad. Het is normaal en aannemelijk, dat hij het onderwijs aan
de Latijnse School gevolgd heeft hoewel zijn naam in de registers van die
te Alkmaar niet genoemd wordt. Daarna werd hij zonder vermelding van
studie-richting op de Leidse Academie ingeschreven op 19 september
1732 als „Antonius van Westhoven Alkmariensis 17" (jaar). Ook te Lei
den promoveerde hij in de Rechten de le oktober 1738 met als proefschrift
„De quasi pupillari substitutione", hetgeen hij opdroeg aan zijn broeder
Adolph van Westhoven, hem noemende „reipublicae foederatae Belgicae
navis praefectus vigilantissimus" en daarbij aan Mr. Dirk van Buren, sche
pen en raad van Amsterdam en Bewindhebber der Oost-Indische Com
pagnie en Mr. Nicolaas Houttuijn, burgemeester van Edam, als zijn vrien
den en begunstigers.
42
L