In de zoldering van de zaal bevindt zich in één van de hoeken een medaillon, waarin twee kinderen staan afgebeeld, die een schoeiing slaan tegen de aanval van een waterwolf. De Ritmeester Kien had zich, zoals te verwachten viel, aanstonds inge spannen om voor notarissen verklaringen door getuigen te laten afleggen teneinde zich met hehulp daarvan in rechte mogelijkerwijs te kunnen dis- culperen. Zo verschenen op 26 augustus 1734 voor notaris J. van Bodeg- hern te Alkmaar Jan Hendrik Fulcke en Willem de Jan „van genoegsame ouderdom", die rapporteerden dat zij op de gedenkwaardige 5l'juli 1.1. „na de middagh de Heer Lucas Knuijse regerend schepen dezer stad aan het huis van den requirant heeft ingelaten, ende van desselfs komst aan den Heer Requirant die in de ordinaris eetkamer was, kennisse gegeven heb- hende van deselve tot antwoorde heeft gekregen Laat mijn Heer maar hinnen komen, gelijk dan ook gemelte Heer Knuijse daar op terstond hij den Requi rant in deselve Eetkamer is gegaan. Dat hij comparant, ten tijde hij die boodschap van de aankomst van de Heer Knuijse aanden requirant in de Eetkamer deed, heeft gezien dat de deur van de kas, waarin ordinair den Heer Requirant zijn geweer bergt, niet open maar digt was, ende dat diestijds in de kamer geen ander geweer onge sloten geweest is buyten de ordinaris degen van den Heer requirant, als twee gebruineerde snaphanen die door hem deposant schoon gemaakt waren, en hij uijt zig selfs en sonder ordre ontfangen te hebben hadde gezet in dezelve kamer naast de buffet-kas, zo danig dat die op het inkomen in de kamer niet konde gezien werden. Nog verklaarde den eersten comparant zeer wel te weten, dat op den voorsz. 5 Julij geen geladen pistolen in de kamer nogte int gehele huys van den requirant zijn geweest, alzoo hij deposant een dag of twee van te vo ren de pistolen van den Heer requirant hadde afgehaald, schoon ge maakt, en alzoo in de cas gehangen ende in dier voegen dezelve daar ook weer uijt gekregen, geexamineert, en met het deurhalen van een witte doek bevonden dat dezelven niet zijn geladen, ofte enig kruijt daer in ge weest. Wijders verklaren de beijde deposanten, dat zij geen de minste ordre van de requirant ofte van ijmand anders hebben gehad omme zig op de voorn 5 Julij van de hand te houden ofte te absenteren, nemaar dat hij eerste comparant na den Heer Knuijse ingelaten te hebben uijt zig selfs in ge gaan na de stal omme enig geweer aldaar schoon te maken, ende den tweede comparant dat hij na den eten is gegaan na 't koetshuijs omme het gras uijt de straat voor het selve te wieden. 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1989 | | pagina 35