De noordzijde van de Oudegracht, nu soms een enkele maal nog de
„Oude Vest" genoemd, is allengs met woonhuizen na de latere mid
deleeuwen bezet geraakt, toen de stadsmuur meer zuidwaarts was verlegd.
Wie in die vroegere periode zich daar gevestigd hebben is niet of nauwe
lijks te boekgestelden na 1517, hetjaar, waarin Alkmaar door de Gelderse
Friezen werd verbrand, evenmin. Flet plaatselijke oud-rechterlijke ar
chief en bepaaldelijk de daarin opgenomen voor de stedelijke schepenen
gepasseerde transport-acten, beginnen bovendien pas in het jaar 1580.
Het is dan eerst in de XVIF' eeuw, dat wij inzake de eigendommen vaste
grond onder de voeten kunnen krijgen.
Dan woont in het bewuste huis een familie Zeeman. De stamvader uit dit
geslacht - hij heette Dirk Pietersz. Zeeman - had op 8 oktober 1602 van
de kerkmeesters der Grote- of St. Laurenskerk alhier een graf gekocht,
waarin hij op dezelfde datum een kind liet bijzetten. Hoewel het niet
strikt bewijsbaar is, lijkt het waarschijnlijk, dat deze Dirk dezelfde is ge
weest, die als „Dirck pietersz Zeeman lijndrayer", dus als touwspinner of
touwslager op 18 juli 1591 poorter van Alkmaar geworden is en mogelijk
was hij dezelfde, die als Derck Pietersz optrad als koper van een vrije ca-
mer den lesten may 1582 of als misschien de Dirck Pietersz zeylmaecker,
die op 22 november 1586 daar een huis aankocht.
De eerstgenoemde Zeeman was getrouwd met Nelletien Gerrits en beiden
zijn in de kerk begraven onder een zerk in het schip of de middengang N".
198, die als inscriptie voert „Hier leyt begraven/Dirck Pietersz Zeeman/
ende syn huysvrowe/Nelletien Gerrits dr./syn gerust int iaer/Anno 1635".
Het is wel zeker, dat deze steen een ouder exemplaar heeft moeten vervan
gen, omdat in de eerste plaats het opschrift onjuist is, want „Nelletien
Zeemans" werd al op 25 november 1634 begraven, maar ook aangezien uit
de registratie van de zerken door de kerkmeesters, verricht op 15 juni
1624, gebleken is dat het graf in die tijd belegd was met drie blauwe ste
nen, waarop een merk was gebeiteld, voorstellende een omgewende ara-
bische 4, in de voet waarvan de letters P en B waren toegevoegd. Tenslotte
zij over deze generatie nog vermeld, dat bij acte van 21 januari 1622 voor
notaris JC. van der Geest verschenen Abraham Matthijsz Schooff bakker
te Alkmaar op het Verdronkenoord z.z. als toekomstige bruidegom en
Grietje Zeemans, dochter van Dirk Pietersz Zeeman, zijn mede-poorter
huwelijkse voorwaarden werden gemaakt ten overstaan van de getuigen
Andreas Swavius „Ecclesiasticus Alcmariensis" en Adriaan Pietersz.
Schagen als getuigen. Deze familie Schooff zou naderhand behoren tot
het Alkmaarse stads-patriciaat; het zal dus voor D.P. Zeeman zeker voor
geen „slecht" huwelijk hehben gegolden.
Dirk, die op 17 januari 1635 werd begraven, was ook de vader van Gerrit
Zeeman, die voor notaris C.J. Baert alhier verscheen om deel te nemen
15
