In die jaren begon de voetbalsport zijn opmars in Alkmaar. Dhr. de Lange
heeft daaraan nog levendige herinneringen: 'Wij voetbalden met een clubje
jongens veel op de Krogt bij gevangenis De Schutterswei. Op die plaats speelde
ook een clubdie later Alcmaria Victrix ging heten. Bij wedstrijden stond het
publiek dan geleund tegen de muur van de gevangenis te kijken. Een uitblinker
was toen Piet ter Spill. Hij speelde later zelfs nog in het Nederlands elftal. Een
wel heel bijzondere vorm van sportbeoefening kregen wij op de Rijks H.B.S.
aan de Paardenmarkt. Daar leerden wij exerceren, waarbij wij liepen met gewe
ren, die nog dateerden uit de tijd van Napoleon! Met deze geweren werd overigens
niet geschoten'.
Dat was anders bij de Kadettenschool, die in die jaren in Alkmaar was gevestigd
en waar jongeren werden opgeleid tot officier: 'De jongens van de Kadetten
school zaten daar tot-en-met onder de plak. Mijn ouders ontvingen in die jaren
bij de aanvang van een cursus herhaaldelijk verzoeken van ouders (of andere
relaties) van aankomende kadetten of zij zo'n jongen zondags wilden uitnodigen
om die dag in de familiekring te zijn. Ik neem aan dat de kadetten zonder zo'n
uitnodiging de poort niet uit mochten. Zo streng vatte de directeur zijn verant
woordelijkheid tegenover de ouders op. Ongetwijfeld zullen ondernemende slim
merikken wel kans gezien hebben voor illegale ontmoetingen, maar dat zal in
feite hoge uitzondering zijn geweest, gezien de daarop staande straf van ontslag'.
De sociale verschillen waren in die jaren heel groot. Arm en rijk leefden in
afgescheiden werelden, die alleen in geval van bedeling contact met elkaar
hadden: Ik ging wel eens met mijn moeder mee als zij op bezoek ging bij arme
mensen, maar hoe geïsoleerd arm en rijk van elkaar leefden, bleek mij in 1914.
In dat jaar moest ik eens voedselbonnen bezorgen in de volkswijken. Ik kon de
helft niet kwijtraken door het vele zoeken. Ik kwam in buurten waar ik in mijn
hele leven nooit was geweest! Via steegjes die uitmondden in de straat kwam ik
dan bij de huizen die ik zocht. Verder kwam ik met armoede nauwelijks in
aanraking. Wel zat mijn vader in het burgerlijk armbestuur, dat tot taak had de
bedeling van de armen die niet door een kerkgenootschap werden ondersteund
te beoordelen en te verzorgen. Het burgerlijk armbestuur vergaderde op zaterdag
avonden. Na afloop van de vergadering dronk men dan een borreltje en soms
wel eens eentje te veel. Zo'n borrel heette een nabroodje'.
Na 1905 verliet dr. P.W. de Lange onze stad. Hij ging studeren. Regelmatig
keerde hij overigens terug naar zijn ouderlijk huis. Hoewel de frequentie in de
loop der jaren afnam, verminderde zijn belangstelling voor het gebeuren in Alk
maar nauwelijks. Momenteel woont dr. de Lange met zijn vrouw in Hilversum.
Met dank aan de melkboer van de Loosdrechtse weg te Hilversum, die zo
vriendelijk was onze auto aan te duwen, omdat wij de koplampen tijdens het
interview hadden laten branden.
4