Uit andere bronnen blijkt dat deze Pouwel Adriaensz een zoon was van
de vrouw waarmee Frans van Teijlingen in tweede huwelijk was getrouwd.
Het was dus geen schoonzoon maar een stiefzoon.
29. Ongedateerd een uittreksel uit het "Schrootboek" van Schoorl waaruit
blijkt dat zekere IJsbrant Cornelisz. aldaar enkele percelen land bezit met
een totale oppervlakte van ruim 4 morgen. Blijkbaar zijn deze landerijen
ook in beslag genomen.
(Blijkens andere bronnen zou IJsbrant Cornelisz van Schorel later te Emden
overleden zijn).
Vonnis over de gevluchte Alkmaarders
Bijna alle bovengenoemde personen werden later gedagvaard om voor de
Raad van Beroerten te verschijnen teneinde verantwoording af te leggen van
hun vlucht, afwezigheid of verschuiling na de gepasseerde onlusten.
Begrijpelijkerwijs verscheen er niemand met als gevolg dat ze allen op 31
augustus 1568 bij verstek werden verbannen, terwijl hun goederen gelijktijdig
werden verbeurd verklaard.
De rekeningen betreffende de in beslag genomen goederen
Op 19 december 1567, bij de aanstelling van de commissarissen Charles Smijtere
en Jan van Halle, was reeds bepaald dat de in beslag genomen goederen onder
beheer van Jarich van Tjepma moesten komen. Genoemde Tjepma was sinds
1554 rentmeester van de Vroonlanden bij Alkmaar. Hij werd nu op 3 februari
1568 bovendien voor deze nieuwe functie aangesteld. De beëdiging hiervoor
geschiedde op 19 mei 1568.
De van zijn beheer opgemaakte rekening is bewaard gebleven.
Deze rekening vermeldt o.a.:
Huuropbrengst van land afkomstig van IJsbrant Cornelisz te Schoorl.
Huuropbrengst van land te Veenhuizen afkomstig van Jan van Foreest.
Ontvangsten van Adriaen Jansz van der Nieuburch, als borg voor zijn zuster
Lijsbeth Jansdochter, 248-16-0 waarvoor de lakens in de winkel van Cornelis
Jansz van der Nieuburch "geprizeert" zijn geweest.
Ontvangen van de verkochte meubelen van eenentwintig Alkmaarders
419-17-3.
Ontvangen wegens de verkoop van huisraad en meubelen van Heer Zijbrant
pastoor te Schagen 30-9-0.
Jarich van Tjepma heeft blijkens de rekening dit ambt ongeveer 13 maanden
waargenomen. Hij overleed in augustus 1569. Zijn opvolger was Frederik van
Zevender, die Tjepma ook als rentmeester van de Vroonlanden was opgevolgd.
Zijn rekening is ook bewaard gebleven.
19