18. 29- 3-1568. De goederen van Sibrant, "verlochende pastoer" te Schagen,
geïnventariseerd door de notaris And. Buijser in presentie van Pieter
Pieters, baljuw van de Zijpe, en Pieter Cornelissen Harthoern, schepen
van de Zijpe. gecommitteerd door Mr. Johan van Halle. Betreft meubilair,
een aantal brieven e.d. en in het achterhuis 30 schapen, 3 koeien, 2 jonge
beesten ("hockelingen") en 2 paarden.
(De inventaris is gepubliceerd in R.G.P. 141 pag. 341).
19. 6- 4-1568. De goederen van Guillaume Mostaert geïnventariseerd door
Dirck Cornelisz van Noijee, secretaris van de landen van "der Zijpen" in
presentie van Jan van den Valgaert, penningmeester van de Zijpe, en
"Jouffrouwe" Barbara van Triere, wed. van Joseph Mostaert. Alles in
opdracht van Mr. Jan van Halle.
Betreft veel brieven en ongeveer 135 boeken.
(De inventaris is gepubliceerd in R.G.P. 140 pag. 403).
Op 3-4-1568 had Jan van Halle al enkele brieven, betreffende de Zijpe en
afkomstig van Guillaume Mostaert, doorgegeven aan bovengenoemde
Dirck Cornelisz Noijee.
Op 12-4-1568 werd nog een poging gedaan om goederen van gevluchte inwoners
in beslag te nemen. Men bezocht daartoe de woningen van de volgende personen.
20. Mr. Nanning van Foreest. Van hem werd niets gevonden. Hij was in mei
1567 al uit de stad vertrokken en verbleef later met zijn broers Jan en Dirk
te Emden.
21.Thomas Geeritsz. Enig meubilair waaronder een oude snijderstafel.
22.Claes Jacobsz., timmerman. Hij was al lang uit de stad vertrokken.
23. Claes Adriaensz. Hij woonde het laatst bij zijn ouders Adriaen Ribbrantsz
en Maicken Dircxsdochter. Van hem werden geen goederen aangetroffen.
24. Willem Steenhouwer. Enig meubilair en wat steenwerk waaronder 12 grote
"bentemersteenen".
25.Cornelis Jansz Valwech. Hij was in mei 1567 al vertrokken. Van hem
werden geen goederen aangetroffen.
(Dit moet dezelfde persoon zijn als de in andere bronnen genoemde Cornelis
Jansz Valcoech).
26. Jan Fransz. Boen. Alleen enig meubilair.
27. Sijbrant Arijs, berbijer. Enig meubilair en wat barbiersgereedschap.
28. De notaris Arent Jacobsz van Veen bracht, in opdracht van Mr. Jan van
Halle, ook een bezoek aan het huis van Frans van Teijlingen, secretaris
van de stad Alkmaar, om de goederen van diens schoonzoon Pouwels
Adriaensz. te inventariseren. Van Teijlingen verklaarde echter dat er in
zijn huis niets was dat zijn schoonzoon toebehoorde en bovendien dat
Pouwels Adriaensz. ongehuwd was en een "eenlopen gesel".
18