2. 12- 9-1567. De goederen van Philips Cornelisz., bestaande uit een huis en erf aan de westzijde van de Achterdam met de daarin aanwezige roerende goederen. In beide gevallen geschiedde de inbeslagname in presentie van vier Alkmaarse schepenen en de secretaris, Frans van Teijlingen. Uit de opgemaakte inven tarissen blijkt niet wie opdracht tot de inbeslagname had gegeven. 3. 6-10-1567. De goederen van Heijnzoon Claesz. Boot in beslag genomen op last van het Hof van Holland. Een huis op de hoek van de Ridderstraat met de daarin aanwezige roerende goederen, waaronder een "rappier" en een kooi met daarin een leeuwerik. Geïnventariseerd in presentie van Bertelmies van Teijlingen, als schout van Alkmaar, een schepen en de eerder genoemde secretaris. De kosten van deze inventarisatie werden vanwege de "Co.Mat." (Koninklijke Majesteit) betaald door Jan van Capelle, deurwaarder van het Hof van Holland. Inmiddels was de beruchte "Raad van Beroerten" (bij het volk bekend als de Bloedraad) geïnstalleerd. Deze raad zond diverse commissarissen het land in om de goederen van voortvluchtigen in beslag te nemen. Op 19 december 1567 werden Charles Smijtere, raad commissaris in de Raad van Holland, en Mr. Jan van Halle, secretaris in de Raad van Brabant, aangesteld voor de steden Haarlem, Beverwijk, Alkmaar, Schagen, Medemblik, Enkhuizen, Hoorn en andere dorpen in '"t Noorderlant". Zij moesten de goederen in beslag nemen van hen die in verband met de ongeregeldheden, zoals oproerige vergaderingen en het breken van de beelden, gevlucht waren of zich verborgen hielden. Alles diende, voorzover er geen andere betrouwbare borgen gevonden werden, in bewaring te worden gegeven aan Jarich van Tjepma, rentmeester te Alkmaar. De inkomsten uit de goederen moesten ook door hem worden ontvangen. Zoals hierna zal blijken werden de inbeslagnemingen te Alkmaar groten deels uitgevoerd onder de supervisie van genoemde Jan van Halle. Geïnventariseerd in presentie van Bertelmies van Teijlingen, als schout van Alkmaar, een schepen en de eerder genoemde secretaris. De kosten van deze inventarisatie werden vanwege de "Co.Mat." (Koninklijke Majesteit) betaald door Jan van Capelle, deurwaarder van het Hof van Holland. Inmiddels was de beruchte "Raad van Beroerten" (bij het volk bekend als de Bloedraad) geïnstalleerd. Deze raad zond diverse commissarissen het land in om de goederen van voortvluchtigen in beslag te nemen. Op 19 december 1567 werden Charles Smijtere, raad commissaris in de Raad van Holland, en Mr. Jan van Halle, secretaris in de Raad van Brabant,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1989 | | pagina 16