Drebbel verkeert in de periode rond 1612/13 waarschijnlijk in grote geldnood;
hij komt met zijn familie tamelijk berooid aan in Londen na een verblijf in
Praag, waar hij enige jaren aan het Hof van Keizer Rudolf II heeft gewerkt.
Deze Rudolf wordt door zijn broer Matthias tot aftreden gedwongen. De
personen, die in die tijd deel uitmaken van Rudolf s hofhouding komen in het
gevang, omdat zij van oplichting verdacht worden en omdat Matthias zo
makkelijk van de door zijn broer aangegane financiële verplichtingen afkomt.
Ook Drebbel komt in het gevang, maar op voorspraak van enige voor
aanstaande personen, werd Drebbel vrijgelaten. Om weer in de gunst van
James I, koning van Engelang en Schotland, te komen schrijft Drebbel hem,
in het Latijn, een brief, waarin hij aan James de suggestie doet om genoemde
verrekijker te ontwikkelen.
In dezelfde brief biedt Drebbel aan om een zelfregulerende, automatische
klok, horologia perpetua, te maken, of een op zonne-energie werkend mecha
nisme te bouwen, dat behalve muziek ook een wisselend tableau vivant produ
ceerde in combinatie met een fontein.
Volgens Harris (3) mag Drebbel beschouwd worden als "een van de pioniers
op het gebied van de wetenschappelijke mechanische konstruktie". Daarom
ook heeft de Technische Universiteit Delft een straat naar onze held vernoemd.
In 1633 overlijdt Drebbel in de wijk Minories te Londen. In de laatste jaren
van zijn leven was Drebbel brouwer en café-exploitant. Zijn café was gelegen
onder de London-bridge. Het publiek kwam vooral naar zijn café om die
vreemde buitengewone man te bekijken, die een duikboot had gebouwd en
die allerlei vreemde machines had ontwikkeld. Dat leverde allicht wat extra
omzet op, die Drebbel, in een tijd zonder VUT en AOW, waarschijnlijk hard
nodig had. Uit Drebbels testament blijkt, dat hij in de laatste jaren van zijn
leven ook geestelijk nog in orde is; in de overlijdensakte lezen we: "being of
good health of bodie and of perfect minde".
Het is een droeve zaak dat de tijd niet wat zachtaardiger is geweest voor deze
man, die meer dan een sprankje genialiteit in zich had. Zelfs in zijn geboortestad
Alkmaar wordt Drebbel nauwelijks enige eer betoond. Een gedenkplaat op
de plaats, waar hij een aantal jaren gewoond heeft op den hoeck van den
Coningswegh, daer Hoorn uithangt een plek, die nu gebruikt wordt voor
het storten van grofvuil, is toch zeker het overwegen waard.
8